Doelstellingen

  

Terug naar boven

Leerresultaten

Tijdens de twee masterjaren combineert de student als vervolg op de brede, polyvalente wetenschappelijke basiskennis, opgedaan in de bacheloropleiding, een brede multidisciplinaire ingenieursopleiding met verdere specialisatie in de gekozen afstudeerrichting: werktuigbouwkunde, lucht- en ruimtevaart, voertuigtechnologie en transport en energie.
Algemeen heeft de opleiding tot Master in de ingenieurswetenschappen: werktuigkunde-elektrotechniek tot doel mensen te vormen die wetenschap en technologie efficiënt kunnen beoefenen. De opleiding is academisch, wat betekent dat zij gekenmerkt wordt door een intrinsiek nauwe relatie met het wetenschappelijk onderzoek in de betrokken vakgebieden en met het beroepsveld. De student moet een wetenschappelijke cultuur verwerven waarbij gestreefd wordt naar een evenwicht tussen diepgaande kennis en praktische vaardigheden met nadruk op zelfstandigheid, creativiteit en ondernemingszin. De academisch gevormde ingenieur moet een leergierigheid bezitten om tijdens gans zijn/haar loopbaan de resultaten van onderzoek te assimileren en nieuwe vaardigheden aan te leren.  Hij/zij moet een problematiek kunnen afbakenen, begrenzen, formuleren en kritisch onderzoeken. Hij/zij moet zijn/haar efficiëntie daarbij verhogen door het ontwikkelen van taalvaardigheden en sociale vaardigheden.
Meer specifiek heeft de opleiding als doel:
a. Ingenieurs te vormen die breed inzetbaar zijn in de machinebouw, automobielindustrie, thermische installaties, expertise- en studiebureaus, aanwending van werktuigen, onderhoud van chemische, petrochemische en nucleaire bedrijven, productie, distributie en aanwending van elektrische energie, met inbegrip van vermogenelektronica en aandrijftechniek, onderhoud van industriële installaties.
b. Het verwerven van een specialisatie in de werktuigkunde-elektrotechniek met behoud van brede vorming door balans tussen specialistische en algemeen vormende vakken.
Per afstudeerrichting :
Werktuigbouwkunde: de afstudeerrichting ‘Werktuigbouwkunde’ heeft tot doel burgerlijk ingenieurs te vormen die in staat zijn om complexe mechanische systemen optimaal te ontwerpen, produceren, onderhouden en toe te passen ten behoeve van de maatschappij.
Lucht- en ruimtevaart: ingenieurs vormen die vertrouwd zijn met de veelzijdige facetten van de spitstechnologieën in de lucht- en ruimtevaartsector en hun spin-off mogelijkheden in andere industriële sectoren.  De student inzicht doen verwerven in alle aspecten van de bouw, exploitatie en het onderhoud van vliegtuigen en ruimtevaarttuigen.
Voertuigtechnologie en transport: heeft tot doel ingenieurs te vormen die systemen kunnen ontwerpen en goed laten werken (besturen) waarin transport van mensen en goederen centraal staat, met speciale aandacht voor innoverende milieuvriendelijke voertuigtechnieken.
Energie: heeft tot doel ingenieurs te vormen die in staat zijn om de huidige en meer geavanceerde, toekomstige systemen voor de productie en de exploitatie van energie te ontwerpen en te beheren, met tevens een bijzondere aandacht voor hernieuwbare energiesystemen.
De opleiding tot Master of Science in de Ingenieurswetenschappen: werktuigkunde-elektrotechniek, heeft volgende eindtermen:
(a) een polyvalent technisch inzicht verworven hebben in o.a. alle bouw- en fabricatietechnieken en in prestaties, gebruik en onderhoud van werktuigen; (b) praktische problemen i.v.m. design en exploitatie van technische systemen wiskundig kunnen formuleren en oplossen; (c) inzicht hebben in algoritmes en gebruik van numerieke codes binnen hun vakgebied; (d) aanvullende kennis verworven hebben in alle nevenaspecten van de technologie, zoals inzicht in management, bedrijfsbeheer, economie, kwaliteitsbewaking, milieubescherming, veiligheid en hygiëne; (e) beschikken over vaardigheden zoals redeneervermogen en ruimtelijk inzicht, logisch, abstract en kritisch denken, vaardigheden m.b.t. leren communiceren, rapporteren en presenteren, teamwork en beheersing van het wetenschappelijk Engels; (f) zin voor verantwoordelijkheid, creativiteit en ondernemen; (g) bereidheid voor levenslange kennisverwerving.
De vakinhoudelijke eisen die bijkomend aan de Master of Science in de ingenieurswetenschappen: werktuigkunde-elektrotechniek worden gesteld zijn:
(a) de basisprincipes van de verschillende elektromechanische en mechanische machines en de verschillende vermogenelektronische toestellen kennen en ze kunnen bemeten, aanwenden, dimensioneren en een diagnose kunnen stellen over foutieve werking; (b) de eigenschappen en de verschillende materialen gebruikt in werktuigbouw kennen; (c) mechanische constructies in sterkte en vervorming kunnen berekenen, beproeven en evalueren; (d) de verschillende kinematische, dynamische, hydraulische, aerodynamische, thermodynamische, warmteoverdracht en massaoverdracht verschijnselen die zich in mechanismen, machines en installaties voordoen kennen; (e) deze verschijnselen kunnen identificeren, berekenen en voorspellen; (f) een selectie van principes en technieken kennen voor het meten en regelen van fysische grootheden die in de industriële processen voorkomen; (f) geluids- en trillingsproblemen kunnen identificeren en oplossen; (h) de betrouwbaarheid van systemen (machines, computers, voertuigen, productie-eenheden) en de daaruit voortvloeiende risico’s kunnen inschatten; (i) de samenhang tussen de verschillende hoger aangegeven vakgebieden grondig kunnen aangeven en illustreren op onder andere de werking van een elektriciteitscentrale.
Deze overkoepelende vakinhoudelijke eisen worden verder aangevuld met specifieke eindtermen per afstudeerrichting (werktuigbouwkunde, lucht- en ruimtevaart, voertuigtechnologie en transport, energie). 

Terug naar boven

Studieplannen

In het kader van dit studieprogramma, zijn de volgende afstudeerplannen mogelijk:

energie
lucht- en ruimtevaart
voertuigtechnologie en transport
werktuigbouwkunde

Terug naar boven