Doelstellingen

  

Terug naar boven

Leerresultaten

Tijdens de twee masterjaren kan de student als vervolg op de brede, polyvalente wetenschappelijke en technologische basiskennis opgedaan in de bacheloropleiding, een brede multidisciplinaire ingenieursopleiding combineren met specialisatie in de richting chemie en materialen. Deze richting biedt een unieke, geïntegreerde kijk op chemische en materiaaltechnologie. Een belangrijk deel van de opleidingsonderdelen wordt in het Engels gedoceerd.
De opleiding tot Master of Science in de ingenieurswetenschappen: chemie en materialen, heeft tot algemeen doel bekwame ingenieurs te vormen die in alle domeinen en geledingen van de maatschappij diensten kunnen leveren. Ze hebben een unieke rol te vervullen in de context van duurzame ontwikkeling. Ze moeten verantwoord en zorgvuldig omspringen met grondstoffen, energie en het milieu in het ‘responsible care charter’ van de chemische industrie. Ze worden voorbereid op een internationale carrière met Engels als voertaal.
Een meer specifieke doelstelling van de opleiding is ingenieurs te vormen die beantwoorden aan de moderne technologische behoeften van de arbeidsmarkt, voornamelijk in de proces-, chemische en milieutechnologie en in de materiaalkunde. De Master of Science in de ingenieurswetenschappen: chemie en materialen kan projecten rond deze thema’s ontwikkelen, uitvoeren en beheren met bijzondere aandacht voor de interacties tussen chemische en materiaaltechnologie.
Met het profiel procestechnologie wordt beoogd ingenieurs te vormen die inzetbaar zijn in de proces- en de biotechnologie (o.a. anorganische bulkchemie, petrochemie en polymeerchemie, farmacie, voedingsindustrie, extractieve metallurgie, recyclage). Zowel in productie-eenheden (voor het laten opereren en optimaliseren van de productieactiviteiten) als in ingenieursbureaus (voor het ontwerp van nieuwe productie-eenheden), vinden ze hun plaats. Daarnaast moeten ze ook inzetbaar zijn in de milieusector voor het opsporen, remediëren en vooral voorkomen van milieuproblemen (afvalverwerking, water- en bodemverontreiniging). De kennis van de materiaaltechnologie biedt een unieke meerwaarde om optimaal te functioneren.
Het profiel materiaalkunde heeft tot doel ingenieurs te vormen die inzetbaar zijn in de brede sector van de materialen en de materiaaltechnologie. Dat betekent zowel in productie- als in ontwerpeenheden voor verschillende types materialen (metalen, polymeren, keramische en samengestelde materialen) en gericht op (i) de bepaling en modificatie van eigenschappen van materialen in functie van hun toepassingen; (ii) de vormgeving en verwerking van materialen tot half afgewerkte of eindproducten, (iii) het concipiëren van milieuvriendelijke en veilige productieprocessen voor materialen; (iv) het optimaal integreren van materialen in andere disciplines. De aandacht voor de chemische opbouw van de materialen resulteert in een uniek inzicht in de link tussen samenstelling, productiewijze en functionaliteit van een materiaal.
Van de afgestudeerde Master of Science in de ingenieurswetenschappen: chemie en materialen, wordt verwacht dat hij/zij in staat is de meest gevorderde resultaten en technieken van de chemie en materiaaltechnologie te begrijpen met het oog op (i) de ontwikkeling van nieuwe processen en producten en (ii) de aanwending in de industrie, de maatschappij, het milieu.
Hij/zij moet bovendien over een aanvullende niet-vakinhoudelijke kennis beschikken in alle nevenaspecten van de technologie, zoals inzicht in management, bedrijfsbeheer, economie, kwaliteitsbewaking, milieubescherming, veiligheid en hygiëne, juridische aspecten en hun impact op technologische keuzes.
Beide kennisniveaus moeten geïntegreerd kunnen worden om tot oplossingen te komen van complexe multidisciplinaire vraagstukken in de brede context van het vakgebied.
Naast de specifieke vakkennis en de aanvullende niet-vakinhoudelijke kennis vergt de uitoefening van het beroep van ingenieur een reeks algemene vaardigheden. Dit omvat oordeelvorming, redeneervermogen en probleemoplossend denken, communicatievaardigheden, beheersen van technisch Engels, bekwaamheid tot rapporteren en presenteren. Hij/zij moet ook bewust zijn van de noodzaak tot een voortdurende bijscholing – life long learning - om de ontwikkelingen op technologisch, industrieel en wetenschappelijk vlak op de voet te volgen. Deze vaardigheden, die reeds geïnitieerd worden op bachelorniveau, worden verder ontwikkeld op masterniveau en vooral bij de stage en de masterproef getoetst.
Domeinspecifieke eindtermen situeren zich op vlak van kennis en inzicht in eenheidsbewerkingen, scheidingsprocessen, procestechnologie, nanotechnologie, technieken ter bepaling en wijziging van eigenschappen van moleculen en materialen, milieu- en wettelijke bepalingen met betrekking tot chemische en materiaalproductie.  In de  profilering naar procestechnologie toe komen daar eindtermen bij op vlak van ontwerptechnieken van reactoren en productie-eenheden, procesregeling, in de profilering van materiaalkunde zijn er bijkomende eindtermen op vlak van materiaalprocessing, duurzaamheid van materialen, materiaaleigenschappen.

Terug naar boven

Studieplannen

In het kader van dit studieprogramma, zijn de volgende afstudeerplannen mogelijk:

profiel materialen
profiel procestechnologie

Terug naar boven