6 ECTS credits
156 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1023265ANR voor alle studenten in het 1e semester met een inleidend bachelor niveau.
Dit studiedeel biedt een eerste taalkundige kijk op de Nederlandse taal.
In een eerste deel gaat dit studiedeel dieper in op de fonetiek en fonologie van het Nederlands. We behandelen achtereenvolgens enkele basisbegrippen uit de fonetiek (o.a. de spraakketen, spraakproductie- en receptie, de menselijke spraakorganen, het internationaal fonetisch alfabet), de articulatie van vocalen en consonanten in het Nederlands, de basisbegrippen uit de segmentele fonologie (o.a. fonemen, allofonen en distinctieve kenmerken), diverse fenomenen uit de studie van connected speech (o.a. coarticulatie, fonologische regels, assimilatie, reductie, deletie, insertie), en enkele aspecten van uitspraakvariatie in het hedendaagse Nederlands.
Vervolgens richt dit studiedeel zich in een tweede deel op de (lexicale) morfologie. We staan stil bij enkele basisconcepten van geleedheid op woordniveau, en besteden vervolgens aandacht aan de derivationele morfologie (afleidingen) en de compositionele morfologie (samenstellingen). Vertrekkend van het woord als eenheid van vorm en betekenis krijgen ook de kruisverbanden tussen morfologie en (lexicale) semantiek hierbij de nodige aandacht.
Theoretische concepten worden aan de hand van oefeningensessies toegepast en ingeoefend.
De hoorcolleges zijn gebaseerd op de relevante hoofdstukken uit:
Smessaert, H. & Decoster, W. (2017). Basisbegrippen fonetiek en fonologie. Leuven/Den Haag: Acco. [oudere uitgave uit 2012 kan eveneens gebruikt worden]
Booij, G. & Santen, A. van (2017). Morfologie. De woordstructuur van het Nederlands. Derde, herziene uitgave. Amsterdam: Amsterdam University Press. [oudere uitgave uit 1998 kan eveneens gebruikt worden]
Studenten kunnen zich indien gewenst een kopie van deze werken aanschaffen via de Student Standaard Bookshop (http://my.vub.ac.be/boeken-en-cursussen). Beide handboeken zijn ook met diverse exemplaren in de bibliotheek van de VUB beschikbaar (800 G SMES 2017; 803.9 H 1 BOOI 98).
Samenvattende en aanvullende slides op basis van de relevante hoofdstukken uit deze werken worden in de loop van het semester en/of in de syllabus ter beschikking gesteld. Daarnaast gelden ook de (digitaal aangeboden) opgegeven extra literatuur, hand-outs en oefeningen uit de hoor- en werkcolleges als verplicht studiemateriaal, en dienen studenten zelf uitvoerig aantekeningen te maken bij de colleges.
1. De studenten kunnen de diverse analyseniveaus van taal (grafeem, klank, foneem, morfeem, woord, woordgroep, zinsdeel, zin) en bijhorende taalkundige disciplines herkennen en onderscheiden, en zijn in staat om de in het opleidingsonderdeel behandelde concepten en methodes te situeren in dit overzichtskader. [Dublin-descriptor NVAO: kennis en inzicht]
2. Voor het onderdeel fonetiek en fonologie kunnen de studenten de behandelde basisbegrippen identificeren en definiëren, en kunnen ze uitleggen hoe diverse klanken en fonemen tot stand komen binnen de spraakketen. Voor het onderdeel morfologie zijn ze in staat om het onderscheid tussen compositie en derivatie te schetsen, en kunnen ze de behandelde woordvormingsprocessen en opbouw van afleidingen en samenstellingen uitleggen en illustreren. [Dublin-descriptor NVAO: kennis en inzicht]
3. Bovendien zijn de studenten in staat om de klanken en fonemen van het Nederlands te herkennen en wetenschappelijk te beschrijven, en kunnen ze de behandelde fonologische regels op reële voorbeelden toepassen. Daarenboven kunnen ze gelede woorden morfologisch analyseren en eigen voorbeelden aanreiken van de behandelde derivationele en compositionele processen. [Dublin-descriptor NVAO: toepassen kennis en inzicht]
4. De studenten doen de nodige vaardigheden op om zelfstandige basis geziene en ongeziene taaluitingen vanuit fonetisch, fonologisch en morfologisch oogpunt adequaat te beschrijven en analyseren. [Dublin-descriptor NVAO: leervaardigheden]
5. De studenten kunnen in het Standaardnederlands zowel in gesproken als geschreven vorm rapporteren over hun kennis en toepassing van fonetische, fonologische en morfologische basisbegrippen, in een gepast wetenschappelijk register en met een relatief accuraat gebruik van de aangeleerde vakterminologie. [Dublin-descriptor NVAO: communicatie]
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 40% van het eindcijfer
Examen Schriftelijk bepaalt 30% van het eindcijfer
Examen Andere bepaalt 30% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:
Studenten kunnen enkel slagen voor het opleidingsonderdeel als geheel, als ze voor elk van de aparte evaluatieonderdelen minimaal een deelcijfer van 8/20 hebben behaald. Als ze voor één van de aparte evaluatieonderdelen minder dan 8/20 hebben gescoord, kan het eindcijfer voor het opleidingsonderdeel als geheel maximaal 9/20 bedragen. Indien studenten niet aan elk van de aparte evaluatieonderdelen deelnemen, zal het eindcijfer voor het opleidingsonderdeel als geheel een afwezigheidscijfer zijn.
Deelcijfers kunnen op schriftelijke vraag van de student worden overgeschreven naar een latere zittijd binnen hetzelfde academiejaar.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de wijsbegeerte en de moraalwetenschappen: Standaard traject
Bachelor in de taal- en letterkunde: Duits-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Frans-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Frans-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Engels
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Spaans-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Italiaans-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Duits-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Frans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Engels
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Engels
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Engels-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Engels-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Duits-Spaans
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de taal- en letterkunde: twee talen
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de taal- en letterkunde: één taal