6 ECTS credits
150 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1022985AER voor alle studenten in het 1e semester met een inleidend bachelor niveau.

Semester
1e semester
Inschrijving onder examencontract
Mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Studenten die dit opleidingsonderdeel opnemen, moeten minstens 30 ECTS-credits op bachelorniveau behaald hebben.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Recht en Criminologie
Verantwoordelijke vakgroep
Criminologie
Onderwijsteam
Els Dumortier (titularis)
Onderdelen en contacturen
0 contacturen Exam
26 contacturen Lecture
60 contacturen Self study
Inhoud

Als criminoloog kom je steevast in contact met het recht en in het bijzonder het strafrecht en zijn actoren (politie, parket, rechters, gevangenissen, enz.). Daarom ook dat criminologen kennis en inzicht moeten verwerven in het recht en in het bijzonder het strafrecht en de strafrechtsbedeling. Het vak Recht en Criminologie vormt daarom de noodzakelijke tussenstap tussen, enerzijds, het vak inleiding tot het recht (BA1) en, anderzijds, de vakken materieel strafrecht en strafprocesrecht (BA2) in de bacheloropleiding criminologie. Dit betekent dat de student over een juridische basis beschikt (cf. inleiding tot het recht, BA1) en dat in het kader van dit vak enkele fundamentele, juridische aspecten (voornamelijk de grondwettelijke en bestuurlijke aspecten) van het strafrecht en de strafrechtsbedeling nader worden onderzocht. Het is binnen het vak recht en criminologie nog niet de bedoeling om in de techniciteit van het actuele strafrecht te treden. Dat gebeurt in het kader van materieel strafrecht (BA2, semester 2) en strafprocesrecht (BA2, semester 2). In tegendeel, het vak "recht en criminologie" tracht vanuit een breder historisch, theoretisch, Europees en grondwettelijk perspectief het actuele Belgische strafrecht te kaderen en te benaderen. Daarbij staan we ook stil bij de bijzondere complexe Belgische staatstructuur en de impact hiervan op het strafrecht. Ook de relevantie van de grondrechtelijke en mensenrechtelijke bescherming komt aan bod in dit vak.

8 HOC van 2 à 3 uur (face to face en/of on line) worden in het kader van dit vak voorzien. Ter voorbereiding van de HOC's  krijgen studenten opdrachten (zoals een tekst of een arrest lezen, een geluidsfragment beluisteren, een beeldfragment bekijken, enz.).

De cursus bestaat uit vier modules:

1  . Basisbeginselen van het actuele Belgische straf(proces)recht;

2  . Historische reflectie en theoretische duiding van het straf(proces)recht;

3  . Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de invloed van de mensenrechten op het Belgische strafrecht;

4  . De Belgische Grondwet, de grondrechten, de bevoegdheidsverdeling en het Grondwettelijk Hof

Studiemateriaal
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Een bundel grondwetteksten beschikbaar, Canvas
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Literatuur, rechtspraak, rechtsleer waarvan de teksten ter beschikking gesteld worden, Canvas
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Wekelijks worden slides ter beschikking gesteld die de structuur en hoofdlijnen van de les weergeven, Canvas
Bijkomende info

Studiemateriaal

Digitaal cursusmateriaal (Verplicht) : Literatuur, rechtspraak, rechtsleer, wetgevende teksten, verdragen, geluids- en of beeldfragmenten, enz. die via Canvas ter beschikking gesteld worden.

Digitaal cursusmateriaal (Verplicht) : Elke les worden via Canvas slides ter beschikking gesteld die de structuur en hoofdlijnen van de les weergeven

Leerresultaten

Algemene competenties

Het vak “recht en criminologie” streeft de volgende algemene leerresultaten van de opleiding criminologie na:

  • Afgestudeerden kennen de centrale theoretische concepten, perspectieven en onderzoekstradities van verwante wetenschapsgebieden (in casu het recht, de psychologie, de filosofie, de geschiedenis, de sociologie).
  • Afgestudeerden hebben kennis van en inzicht in de rol en de werking van de diverse actoren in de strafrechtsbedeling.
  • Afgestudeerden beheersen vakspecifieke terminologie.
  • Afgestudeerden kunnen begrijpelijk en op een kritische wijze mondeling communiceren over een theoretisch of praktijkgericht criminologisch relevant onderwerp, zowel naar vakgenoten als naar leken.
  • Afgestudeerden bezitten een grote belangstelling en gevoeligheid voor maatschappelijke en criminologische onderwerpen.
  • Afgestudeerden bezitten een grote affiniteit en interresse voor de rechten van de mens en de rechten van het kind.

Meer concreet gesteld, verwerft de student via het opleidingsonderdeel recht en criminologie volgende competenties:

  • De student kent de theorieën rond bestraffen en het organiseren van de maatschappelijke reactie op deviant gedrag;
  • De student kent de basisbeginselen waarop het straf(proces)recht stoelt. 
  • De student kent de belangrijkste historische evoluties van het strafrecht en in het bijzonder de overgang van het strafrecht als privaatrecht naar publiek recht;
  • De student kan deze evolutie van het strafrecht tevens duiden binnen enkele belangrijke historische maatschappelijke transformaties (de inval van de Germanen, de renaissance en het ontstaan van de steden, de Amerikaanse en Franse Revolutie en het ontstaan van de grondwet, de tweede wereldoorlog, het ontstaan van Europa en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens).
  • De student kent de grondwettelijke verankering van het strafrecht en kan deze verankering vanuit een historisch perspectief duiden;
  • De student kent de mensen- en grondrechten die van belang zijn bij strafrechtelijke vervolging in de ruime zin en hij/zij kent de (werking van de) toezichtsmechanismen hierop;
  • De student kent de basisstructuur van het Belgisch strafrecht in de ruime zin, met inbegrip van de bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de gemeenschappen en de gewesten;
  • De student kent de actoren van de strafrechtsbedeling, kent hun belangrijkste rol daarin en kan die actoren in een schema van de strafrechtsbedeling plaatsen.
  • De student gebruikt zijn of haar codex (of bundel (grond)wetteksten) om juridische vragen over grond- en mensenrechten en de bevoegdheidsverdeling in België te beantwoorden.
  • De student gebruikt het juridische jargon.
  • De student kan aan de hand van concrete en actuele casussen en debatten verbanden leggen met de leerstof in dit vak.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Examen schriftelijk met een wegingsfactor 100 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

Het examen is schriftelijk en bestaat uit zowel open vragen (zoals een casus, of het definiëren van begrippen, artikelen ...), gesloten vragen (invullen van één concept, begrip,, artikel, ... in een doorlopende tekst) en meerkeuzevragen (zonder giscorrectie). Een bundel met grondwettelijke teksten (beschikbaar gesteld via canvas) mag gebruikt worden bij het schriftelijk examen. Daar mogen geen annotaties of andere notities op vermeld staan. Post-its of andere markeringen zijn evenmin toegelaten. Het onderlijnen en fluoresceren van de tekst in de bundel zijn wel toegelaten.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de criminologische wetenschappen: Standaard traject
Bachelor in de criminologische wetenschappen: Instroomplan 5