15 ECTS credits
450 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 6013473ENR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een verdiepend master niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Het opleidingsonderdeel 'Masterproef met of zonder inbegrip van studiestage' kan je enkel opnemen in de afstudeerfase van je opleiding.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Recht en Criminologie
Verantwoordelijke vakgroep
Privaatrecht
Onderwijsteam
Promotor . (titularis)
Onderdelen en contacturen
450 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

De masterproef met studiestage bestaat uit twee delen:

  1. Deel 1. Stageverslag - Het eerste deel is een eerder beschrijvend en tegelijk kritisch gedeelte waarbij de student het verloop van zijn stage weergeeft en zijn activiteiten en observaties doorheen zijn stage belicht. Het stageverslag is geen chronologisch logboek, noch een persoonlijk dagboek. Het is een kritische en inhoudelijke analyse van de stage en van de verworven inzichten, kennis en attitudes. Via dit stageverslag en de er in opgenomen illustraties en concrete voorbeelden toont de student aan dat hij elk van de in deze fiche nader omschreven algemene competenties en leerresultaten heeft verworven. Hij licht daarbij toe hoe hij van zijn stage een onderdeel van zijn leerproces heeft gemaakt. De omvang van dit deel bedraagt minstens 5 bladzijden en maximum 10 bladzijden (A4 formaat, lettertype Times New Roman, grootte 12 (tekst) en 10 (voetnoten), enkele interlinie). De voetnoten worden onderaan de pagina opgenomen volgens de verwijzingsregels uit het recentste V&A-boekje. 
  1. Deel 2. Casus - In het tweede deel vertrekt de student van één concrete casus die zich op het kantoor waar hij stage loopt heeft voorgedaan of een dossier dat hij tijdens zijn stage mee heeft opgevolgd. Bij voorkeur is dit een casus of een dossier dat de student zelf behandeld heeft, maar dit is niet noodzakelijk. De stagemeester kan de student ook een interessante casus of een dossier bezorgen dat geschikt is voor dit deel van de masterproef. Er wordt daarnaast echter ook vanuit de Opleiding Notariaat een lijst met casussen ter beschikking gesteld via het online studieplatform Pointcarré voor de studenten die geen casus of dossier uit hun stage hebben kunnen putten. De student vertrekt van de concrete gegevens van de casus en van de daarbij gerezen vragen over de aanpak, de behandeling, de begeleiding, het advies en het verloop van het dossier. De student analyseert het concrete geval grondig en op wetenschappelijke wijze, d.w.z. dat hij de rechtsvragen die in deze casus rijzen formuleert en ontleedt. Ter beantwoording van deze vragen raadpleegt hij de wet, de relevante rechtspraak en de rechtsleer. Het dossier moet bovendien vakdomeinoverschrijdend of intradisciplinair worden behandeld. De student moet hierbij aantonen dat hij creatief, flexibel en innoverend kan denken en alternatieve, doch wetsconforme oplossingen kan aanreiken die een afweging van voor- en nadelen toelaten. Hij moet de gevolgen van afspraken, overeenkomsten en akten kunnen inschatten en toelichten. Vervolgens moet hij blijk geven van een kritische en reflectieve benadering van de beoefening van het notarieel recht en de notariële praktijk, en moet hij aantonen een goed inzicht in de notariële deontologie te hebben verworven. Hij toont tot slot aan dat hij de hem voorgelegde vragen en overwogen oplossingen kan toetsen aan de geldende rechtsnormen en deontologische regels. De omvang van dit deel bedraagt minstens 15 bladzijden en maximum 20 bladzijden (A4 formaat, lettertype Times New Roman, grootte 12 (tekst) en 10 (voetnoten), enkele interlinie). De voetnoten worden onderaan de pagina opgenomen volgens de verwijzingsregels uit het recentste V&A-boekje.
Bijkomende info
  1. De stageplaats wordt door de student vrij gekozen. Wanneer de student moeite heeft een stageplaats te vinden, kan hij contact opnemen met de Opleiding Notariaat om een lijst van mogelijke stageplaatsen te verkrijgen. De stagemeester is een notaris in functie (notaris-titularis of geassocieerd notaris).
  2. Uiterlijk 15 oktober van het lopende academiejaar dient de ondertekende stageovereenkomst in elektronische vorm per e-mail te worden bezorgd aan het secretariaat van de Faculteit Recht en Criminologie (faculteit.rechten@vub.ac.be), samen met de naam, het postadres en het e-mailadres van de stagemeester. Het model van de stageovereenkomst is terug te vinden via volgende link: http://www.vub.ac.be/notariaat/stageenmasterproef.htm.
  3. De stageduur bedraagt 40 werkdagen. De stage loopt over de ganse opleidingsperiode van de student. De stageperiode kan reeds een aanvang nemen zodra de student is ingeschreven aan de faculteit Recht en Criminologie (dus ook vooraleer het academiejaar is gestart), en wordt gespreid over beide semesters, desgewenst ook over 2 jaar indien de student deeltijds studeert. In laatstgenoemd geval dient de student zijn keuze voor de masterproef met stage enkel kenbaar te maken in het academiejaar waarin hij zijn masterproef zal neerleggen. Tijdens beide semesters zijn er drie lesvrije weekdagen waarop de student, in overleg met de stagemeester, de stage kan volgen, te weten dinsdag, woensdag en donderdag.
  4. Voor wie reeds in het notariaat werkt, geldt dat zijn of haar beroepswerkzaamheden als stage kunnen worden aangerekend. Het volstaat dat de student zich voor de voorgeschreven periode van 40 stagedagen aan de stageregeling onderwerpt. Bovendien moet de werkgever aanvaarden om als stagemeester de vereiste begeleiding te verstrekken.
  5. Door het ondertekenen van de stageovereenkomst verbindt de student zich ertoe de uit de stageovereenkomst voortvloeiende verplichtingen te vervullen.
  6. De stagiair verbindt zich ertoe een logboek bij te houden waarin hij dagelijks vermeldt welke opdrachten hij op het notariskantoor heeft vervuld. Het logboek is te onderscheiden van het stageverslag en kan hiertoe hoogstens als leidraad dienen. Dit logboek moet niet worden toegevoegd aan de masterproef, maar kan door de Opleiding Notariaat worden opgevraagd.
  7. Uiterlijk 15 november van het lopende academiejaar dient de titel van de masterproef (met Engelse vertaling) te worden meegedeeld via het daartoe bestemde formulier per e-mail aan het secretariaat van de Faculteit Recht en Criminologie (faculteit.rechten@vub.ac.be). Ten laatste op 1 december ontvangt de student per e-mail ofwel de goedkeuring van het gekozen onderwerp, ofwel een verzoek tot aanpassing ervan, evenals de naam van de begeleidende promotor(en).
  8. De data voor indiening van de masterproef zijn voor de eerste zittijd – eerste examenperiode (januari) uiterlijk 15 december; voor de eerste zittijd – tweede examenperiode (juni) uiterlijk 30 mei en voor de tweede zittijd uiterlijk 16 augustus. Indien de universiteit gesloten is op deze dagen, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
  9. Indien de student problemen ondervindt met de stage kan hij contact opnemen met de Opleiding Notariaat die deze problemen naar best vermogen tracht op te lossen.
  10. Nadere informatie m.b.t. de masterproef en de wijze van indiening is te vinden in het onderwijs- en examenreglement met facultaire aanvullingen, terug te vinden via volgende link: https://my.vub.ac.be/RC/reglementen-en-formulieren#reglementen.
Leerresultaten

Algemene competenties

1) Betreffende het stageverslag (deel 1):

  • De student vormt zich een kritisch oordeel over de werking van het kantoor en de notariële praktijk in het algemeen, doet suggesties tot verbetering van deze werking en stelt zich vragen over de manier van de voorbereiding en het opstellen van een akte; zijn analyse gaat verder dan een loutere beschrijving van de werking van het kantoor.
  • De student toont aan dat hij de studiestage tot een onderdeel van zijn leerproces heeft gemaakt en dat hij dankzij de studiestage zijn kennis van het notarieel recht heeft versterkt en hierdoor beter inzicht heeft verworven in de verwevenheid van de verschillende facetten van het notarieel recht.
  • De student legt het verband tussen zijn academische kennis en de notariële praktijk; hij is in staat feitelijke situaties om te zetten in juridische vragen.
  • De student heeft inzicht in de verschillende notariële taken, waaronder het verstrekken van advies, het verlijden van akten, de controle, uitvoerbaarheid, registratie en overschrijving van notariële akten.
  • De student is zich bewust van het intermenselijke aspect van zijn rol als notarieel jurist en is in staat om met inachtneming van de deontologische regels conflicten te benaderen, op te lossen en te vermijden.
  • De student stelt zich in het algemeen voldoende deontologische vragen bij de werking van het kantoor, het begeleiden van de cliënten en de juridische oplossingen die worden voorgesteld.
  • De student analyseert kritisch zijn contact met de stagemeester, de medewerkers van het kantoor en het cliënteel.

2) Betreffende de casus (deel 2):

  • De student is in staat de onderzoeksvragen in de casus te detecteren en formuleren.
  • De student is in staat een juridisch onderwerp te kaderen en de juridische beginselen en regels inzake notariële deontologie die op het onderwerp van toepassing zijn weer te geven.
  • De student kan een onderwerp analytisch, synthetisch en probleemoplossend behandelen op academisch en intradisciplinair niveau. Hij heeft een algemene kritisch-reflecterende ingesteldheid.
  • De student heeft een uitgebreide parate en diepgaande kennis en inzicht in het brede domein van het notarieel recht in al zijn facetten, met inbegrip van de internationale facetten ervan. Voor gewestelijke materies heeft de student naast de Vlaamse normen, ook kennis van de Brusselse en Waalse normen.
  • De student is in staat om maatschappelijk verantwoorde en wetsconforme oplossingen te suggereren en uit te werken, de voor- en nadelen toe te lichten en alternatieve mogelijkheden aan te reiken. De student is in staat om hierbij nakende en mogelijke conflicten te herkennen, hierop te anticiperen en bemiddelend en verzoenend op te treden
  • De student kan zelf conclusies trekken die getuigen van voldoende diepgang, zonder de omvang van de masterproef uit het oog te verliezen en dit op basis van een heldere analyse en een uitgebreid bronnenonderzoek; hij beperkt zich hierbij niet tot het weergeven van de meningen die in de rechtsleer terug te vinden zijn, maar brengt een eigen structuur en benadering aan.
  • De student kan een onderscheid maken tussen academische en vulgariserende bronnen en kan de betrouwbaarheid van de bronnen beoordelen; hij hanteert recente en pertinente bronnen die hij zelf heeft gelezen en geanalyseerd.
  • De student is in staat om de snelle ontwikkelingen in het notarieel recht op te volgen en hierop flexibel in te spelen.
  • De student is in staat een logisch gestructureerde tekst te schrijven die overzichtelijk en kernachtig is weergegeven en die de student indien nodig mondeling kan toelichten.
  • De student hanteert een correct stijl- en taalgebruik en kan een vlot leesbare tekst schrijven.
  • De student beschikt over goede onderzoeks- en redactionele vaardigheden en is in staat een publicatiewaardige bijdrage af te leveren.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Masterproef bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Masterproef dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Masterproef met een wegingsfactor 1 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

De masterproef wordt beoordeeld aan de hand van uniforme beoordelingsformulieren. Er bestaan afzonderlijke beoordelingsformulieren voor de beoordeling van het stageverslag, resp. de casus. De beoordelingsformulieren worden in het begin van het eerste semester onder de studenten verspreid via het online studieplatform Pointcarré en zijn raadpleegbaar via volgende link: http://www.vub.ac.be/notariaat/stageenmasterproef.htm.

De student moet minstens 10/20 behalen voor zijn masterproef om voor de opleiding geslaagd te zijn en dit ongeacht de beoordelingen dat hij voor de overige examens behaalde.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in het notariaat: Standaard traject