6 ECTS credits
180 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1023791CNR voor alle studenten in het 1e semester met een gespecialiseerd bachelor niveau.

Semester
1e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Verantwoordelijke vakgroep
Geschiedenis
Onderwijsteam
Wouter Ryckbosch (titularis)
Onderdelen en contacturen
14 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
136 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Dit studieonderdeel behandelt de ‘comparatieve methode’ – een specifieke onderzoeksmethodologie binnen de geschiedenis die nauw aansluit bij de sociale wetenschappen. Doordat deze methode meer dan andere historische werkwijzen gebruik maakt van expliciet geformuleerde hypotheses, een zorgvuldig ontworpen onderzoeksopzet, en een gerichte bevraging van causale verbanden, reikt dit opleidingsonderdeel inzichten aan rond de kentheoretische specificiteit, en de voor- en nadelen van uiteenlopende historische onderzoeksmethodes.

De methode wordt aangeleerd door een combinatie van hoorcolleges, en praktische oefeningen, waaronder zowel individuele als groepstaken, en zowel mondelinge presentaties als schriftelijke opdrachten.

Studiemateriaal
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Digitale syllabus, begeleidend digitaal materiaal bij de lessen, een gespecialiseerde bibliografie
Bijkomende info

Gezien de aard van de gebruikte werkvormen, is aanwezigheid tijdens de lesmomenten vereist.

Er wordt een digitale syllabus aangaande de comparatieve methode in de geschiedenis ter beschikking gesteld, alsook het begeleidende digitale materiaal bij de lessen, evenals een gespecialiseerde bibliografie waarvan gebruik kan gemaakt worden bij de opdrachten.

Leerresultaten

Algemene competenties

  • De studenten kunnen de ‘comparatieve methode’ in het historisch onderzoek herkennen en definiëren, en zijn in staat om de voor- en nadelen van deze benadering in vergelijking met andere onderzoeksmethoden aan te wijzen. 
  • De studenten kunnen de verschillende stappen die vereist zijn bij het gebruik van de comparatieve methode aangeven, en zijn in staat om de concepten die daarbij gehanteerd worden correct te benoemen – zoals onderzoekseenheden, onderzoeksparameters, noodzakelijke en voldoende oorzaken, het begrippenpaar ‘equivalentie’ en ‘onafhankelijkheid’, en de methodes van overeenkomst en verschil.
  • De studenten kunnen het onderscheid herkennen tussen een correcte en incorrecte toepassing van de comparatieve methode, en kunnen op basis van de voorwaarden voor correcte toepassing uitleggen waarom een concrete toepassing al dan niet correct is. De studenten zijn in staat om te beargumenteren wanneer in concrete onderzoeksscenario’s de toepassing van de comparatieve methode al dan niet aangewezen is. Zij kunnen opsommen wat de voor- en nadelen van de methode zijn.
  • De studenten kunnen afleiden welke de kentheoretische assumpties zijn die aan de basis liggen van de comparatieve methode.
  • De studenten zijn in staat om de comparatieve methode toe te passen, door:
    • het formuleren van een onderzoeksvraag die geschikt is voor comparatief historisch onderzoek;
    • het in groep, en met behulp van feedback (van peers en docent), kunnen selecteren van relevante en geschikte parameters en onderzoekseenheden;
    • het formuleren van gepaste hypotheses op basis van de onderzoeksvraag, parameters en onderzoekseenheden, en het kunnen kritisch evalueren van de hypotheses geformuleerd door mede-studenten in het kader van andere onderzoeksvragen;
    • het correct en betekenisvol kunnen interpreteren van de resultaten uit het vergelijkend onderzoek, en het aanduiden van de historische causale mechanismen die voor de gevonden verbanden verantwoordelijk kunnen zijn;
    • het zorgvuldig kunnen rapporteren over de eigen toepassing van de comparatieve methode op een wetenschappelijk en methodologisch verantwoorde manier.
  • De studenten kunnen de toepassing van comparatief historisch onderzoek kritisch beoordelen door het herkennen en aanduiden van methodologische en theoretische problemen, het formuleren van oplossingen, en het bedenken van alternatieve werkwijzen.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
WPO Presentatie bepaalt 25% van het eindcijfer

ZELF Paper bepaalt 75% van het eindcijfer

Binnen de categorie WPO Presentatie dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Mondelinge presentatie met een wegingsfactor 1 en aldus 25% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: De studenten worden beoordeeld op de mondelinge presentatie van hun onderzoeksontwerp. Dit onderdeel kan enkel afgelegd worden tijdens de eerste zittijd.

Binnen de categorie ZELF Paper dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Taak met een wegingsfactor 1 en aldus 75% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: De studenten worden beoordeeld op de oefening alsook op de wijze waarop de algemene literatuur werd geïntegreerd. Wie niet geslaagd is voor deze proef kan de taak herwerken. Dit leidt tot een geheel nieuwe beoordeling (geen gemiddelde).

Aanvullende info mbt evaluatie

Binnen de categorie WPO Presentatie dient men volgende opdrachten af te werken:

Mondelinge presentatie voor 25% van het totale eindcijfer. ​Toelichting: De studenten worden beoordeeld op de mondelinge presentatie van hun onderzoeksontwerp. Dit onderdeel kan enkel afgelegd worden tijdens de eerste zittijd, en wordt in groepjes van telkens 3 studenten voorbereid. Het behaalde cijfer uit 1ste zittijd wordt overgedragen naar 2de zittijd. 

Binnen de categorie ZELF Paper dient men volgende opdrachten af te werken:

Twee individuele taken voor respectievelijk 5% en 20% van het totale eindcijfer, en één groepstaak voor 50% van het totale eindcijfer. Toelichting: De studenten worden beoordeeld op de oefening alsook op de wijze waarop de algemene literatuur werd geïntegreerd. Wie niet geslaagd is voor deze proef kan de taak herwerken. Dit leidt tot een geheel nieuwe beoordeling (geen gemiddelde).

Algemeen:

De studenten worden beoordeeld op een mondeline presentatie en drie taken. Wie niet geslaagd is voor deze taken kan deze in 2e zittijd herwerken - dit leidt dan tot een geheel nieuwe beoordeling (geen gemiddelde). De mondelinge presentatie kan enkel in 1ste zittijd afgelegd worden.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de geschiedenis: minor Human Sciences
Bachelor in de geschiedenis: minor Social Sciences