Doelstellingen
Terug naar boven
Leerresultaten
I) Cluster ‘Taalbeheersing’
De bachelors in de Toegepaste Taalkunde
1. beheersen het Standaardnederlands op het niveau van de professionele moedertaalgebruiker voor begrijpen (luisteren en lezen), spreken (productie en interactie) en schrijven.
2. beheersen één of twee vreemde talen, op het niveau C1 of minstens B2 van het Common European Framework of Reference for Languages voor begrijpen (luisteren en lezen), spreken (productie en interactie) en schrijven.
3. kunnen zelfstandig teksten (in de bestudeerde talen) in verschillende communicatieve registers (bv. journalistiek, academisch, zakelijk, ..) analyseren, produceren en reviseren, rekening houdend met de communicatieve functie en de culturele achtergrond van het doelpubliek.
4. bezitten de kennis, het inzicht en de vaardigheden om zelfstandig teksten over algemene thema’s te vertalen vanuit de vreemde taal of talen in het Nederlands en vanuit het Nederlands in minstens één vreemde taal.
II) Cluster ‘Taalbeschouwing, maatschappelijk en intercultureel bewustzijn’
De bachelors in de Toegepaste Taalkunde
5. hebben kennis en inzicht in de taalstructuren (fonologie, morfologie, lexicon, grammatica) van de bestudeerde talen, en kunnen deze kennis ook contrasteren met hun kennis van het Nederlands, alsook inzetten op gepaste wijze in hun taalgebruik en vertaalpraktijk.
6. hebben inzicht in theorieën uit het domein van de toegepaste taalkunde (bv. psycholinguistiek, sociolinguïstiek, meertaligheid, interculturele communicatie, terminologie, vertaal- en tolkwetenschap, journalistiek) en kunnen dit toepassen bij de analyse van het eigen taalgebruik en taalgebruik in het algemeen.
7. hebben kennis van de cultuur (geschiedenis, maatschappij en instellingen) van landen waar de bestudeerde talen worden gesproken. Ze zijn zich bewust van taalvariatie en (inter)culturele gelijkenissen en verschillen, en kunnen deze kennis toepassen op mondelinge en schriftelijk taaluitingen van verschillende registers, alsook in hun vertaalpraktijk. Ze kunnen hierdoor in zowel algemene als specifieke communicatieve situaties optreden als verbindingspersoon tussen sprekers van het Nederlands en sprekers van de bestudeerde vreemde taal of talen.
8. kunnen taalgebruik in een ruimere maatschappelijke context plaatsen, en kunnen een referentiekader en terminologie hanteren bij het communiceren over onderwerpen en instellingen in domeinen zoals politiek, recht, economie en media.
III) Cluster ‘Onderzoekscompetenties’
De bachelors in de Toegepaste Taalkunde
9. gebruiken gepaste onderzoekshulpmiddelen (woordenboeken, naslagwerken, wetenschappelijke bronnen in verschillende talen, databanken, ICT tools, etc.) om informatie te verzamelen, te interpreteren, kritisch te verwerken en doeltreffend aan te wenden bij onderzoeks- en/of (ver)taalgerelateerde opdrachten.
10. kunnen onder begeleiding en op basis van een kritische reflectie zowel een geschikte onderzoeksvraag formuleren m.b.t. de toegepaste taalkunde, als gepaste onderzoeksmethoden en -technieken hanteren om deze vraag te beantwoorden.
11. kunnen over (eigen) onderzoek rapporteren in het Nederlands en/of in de bestudeerde vreemde taal of talen, op een academisch integere manier en in een register aangepast aan doel, publiek en medium.
IV) Cluster ‘Attitudes’
De bachelors in de Toegepaste Taalkunde
12. kunnen zowel zelfstandig als in teamverband taalgerelateerde opdrachten organiseren, planmatig uitvoeren en/of kritisch evalueren.
13. hebben respect voor verschillende culturen en manieren van denken en zijn zich bewust van de uitdagingen binnen de meertalige, globaliserende maatschappij.
14. hebben een kritische en leergierige houding ten opzichte van taal- en maatschappijgerelateerde thema’s en willen hun kennis hierover continu bijschaven, alsook verdiepen in een mogelijke masteropleiding.
Terug naar boven
Studieplannen
In het kader van dit studieprogramma, zijn de volgende afstudeerplannen mogelijk:
Terug naar boven