Doelstellingen

  

Terug naar boven

Leerresultaten

KENNIS EN INZICHT
1.  Beschikken over grondige kennis van en inzicht in de historische ontwikkeling, concepten, theorieën en modellen van de Geografie.
2.  Beschikken over verdiepende en actuele kennis van minstens één sub-discipline van het eigen wetenschapsdomein, te weten Aarde en klimaat, Maatschappij en Ruimte en Geo-informatiewetenschappen.
3.  Beschikken over verdiepende kennis van aanverwante en ondersteunende natuur- en maatschappijwetenschappen.

TOEPASSEN KENNIS EN INZICHT
4.  De vaardigheden en het inzicht hebben om in een onderzoeksteam volgende stappen te zetten in een eigen wetenschappelijk onderzoek:
a.  een onderzoeksonderwerp afbakenen, een onderzoeksvraag stellen en deze gedurende het onderzoek bijstellen,
b.  complexe geografische fenomenen, structuren en processen en hun onderlinge samenhang op verschillende schaalniveaus en in een temporele context wetenschappelijk, zelfstandig en nauwkeurig analyseren,
c.  gepaste en geavanceerde geografische methoden en technieken beredeneren, inplannen en hanteren om complexe geografische vraagstukken te beantwoorden, inclusief veldwerk- en terreinobservatiemethoden,
d.  een risicoanalyse uitvoeren en implementeren over de door te voeren experimenten,
e.  geografische data aan te maken, te beheren, te visualiseren en te gebruiken als bron voor wetenschappelijk onderzoek en als beleidsondersteunend instrument,
f.  en dit alles rekening houdend met de gepaste ethische en deontologische gedragsregels.

OORDEELSVORMING
5.  Naar aanleiding van een onderzoeksvraag de relevante vakliteratuur kunnen opzoeken en de validiteit ervan kunnen inschatten.
6.  Zelfstandig de resultaten van zowel eigen onderzoek als literatuuronderzoek kunnen verwerken, kritisch kunnen interpreteren en becommentariëren in het licht van een welbepaalde onderzoeksvraag.
7.  Complexe wetenschappelijke, maatschappelijke en ethische vraagstukken in verband met het vakgebied kritisch kunnen beoordelen en hiervoor wetenschappelijk gemotiveerde en ethisch verantwoorde antwoorden kunnen formuleren, het bijzonder met het oog op een rechtvaardige en duurzame samenleving

COMMUNICATIE
8.  Over de nodige attitudes en vaardigheden beschikken om in teamverband te participeren in een multidisciplinaire en internationale professionele omgeving.
9.  Een beargumenteerd standpunt kunnen innemen en dit mondeling en schriftelijk kunnen verdedigen tegenover peers en experten alsook naar het brede publiek.
10.  Zowel in het Nederlands als het Engels en zowel schriftelijk als mondeling kunnen rapporteren, communiceren en presenteren, rekening houdend met de deontologische gedragsregels, gebruik makend van grafische en cartografische voorstellingswijzen.

LEERVAARDIGHEDEN EN VORMINGSDOELEN
11.  In staat zijn om autonoom kennis te verwerven, onderzoek te doen en wetenschappelijke problemen aan te pakken, met aandacht voor originaliteit en creativiteit.
12.  Beschikken over de vaardigheden om op een actieve en kritische wijze internationale en innovatieve ontwikkelingen op te volgen in het domein van de geografie en de natuur- en maatschappijwetenschappen in het algemeen, en de wisselwerking ervan met de ruimere maatschappelijke context in te schatten.
13.  Beschikken over verbredende kennis en vaardigheden die toegang geven tot een professionele carrière in academia of daarbuiten.

Terug naar boven

Studieplannen

In het kader van dit studieprogramma, zijn de volgende afstudeerplannen mogelijk:

Standaard traject

Terug naar boven