Doelstellingen
Terug naar boven
Leerresultaten
Algemene leerresultaten
· ADB1: de bachelor beschikt over basiskennis en basisvaardigheden in de belangrijkste disciplines van de natuur- en sociale wetenschappen, nodig voor een goed begrip van en verdieping in de diverse subdomeinen van de geografie en het geografisch onderzoek;
· ADB2: de bachelor heeft kennis en inzicht in de diverse subdomeinen van de geografie en in de methoden, modellen en theorieën eigen aan het geografisch onderzoek;
· ADB3: de bachelor is in staat fysische en sociale processen vanuit een ruimtelijke invalshoek en met oog voor hun onderlinge samenhang te analyseren, gebruik makend van geografische onderzoeksmethoden;
· ADB4: de bachelor is gevoelig voor ruimtelijke problematieken in de maatschappij en is er zich bewust van hoe geografisch onderzoek kennis en inzichten produceert die kunnen ingezet worden in het streven naar een meer diverse, rechtvaardige en duurzame samenleving;
· ADB5: de bachelor is in staat om verworven kennis en onderzoeksresultaten op een kritische wijze te interpreteren, uitgaande van het principe van “vrij onderzoek”;
· ADB6: de bachelor beschikt over communicatievaardigheden en -attitudes om opgedane kennis en onderzoeksresultaten mondeling en schriftelijk te synthetiseren en rapporteren, zowel aan specialisten als aan leken, en kan in teamverband functioneren;
· ADB7: de bachelor heeft vaardigheden en attitudes ontwikkeld om, uitgaande van een onderzoekende houding, op zelfstandige wijze nieuwe kennis en inzichten te verwerven in zijn/haar vakgebied.
Specifieke leerresultaten
· ADB1: Basiskennis en -vaardigheden in de belangrijkste disciplines van de natuur- en sociale wetenschappen
o SDB1.1: Over de vereiste basiskennis, inzichten en vaardigheden beschikken om wiskundige methoden te kunnen aanwenden in het geografisch onderzoek en de resultaten van wiskundige analyses op correcte wijze te kunnen interpreteren (meetkunde, boldriehoeksmeetkunde, calculus, lineaire algebra, één- en meerdimensionale statistiek)
o SDB1.2: Inzicht hebben in belangrijke natuurkundige, chemische en biologische processen en hun toepassingen in het geografisch vakgebied (mechanica, thermodynamica, biologie, chemische, biochemische en geochemische processen)
o SDB1.3: Inzicht hebben in sociologische, politieke, historische en economische processen en mechanismen en in de rol die deze processen en mechanismen spelen in het analyseren en verklaren van sociaal-geografische fenomenen
· ADB2: Kennis van en inzicht in belangrijke subdomeinen van de geografie en in de methoden, modellen en theorieën eigen aan het geografisch onderzoek
o SDB2.1: Kennis hebben van en inzicht hebben in belangrijke fysisch-geografische, geologische en biologische processen die de kenmerken van het landschap en het klimaat beschrijven en verklaren
o SDB2.2: Belangrijke concepten en theorieën in de sociale, economische en politieke geografie kennen en begrijpen, en inzicht hebben in de wijze waarop sociale, economische, en politieke processen de ruimtelijke dynamiek van de stedelijke en regionale omgeving bepalen en vice versa
o SDB2.3: Kennis hebben van de basisprincipes van de cartografie en de geo-informatiekunde en inzicht hebben in de wijze waarop de kenmerken van de geografische ruimte en de ruimtelijke samenhang van geografische fenomenen kan beschreven en geanalyseerd worden, gebruik makend van ruimtelijke analysetools
· ADB3: Fysische en sociale processen vanuit een ruimtelijke invalshoek en met oog voor hun onderlinge samenhang kunnen analyseren, gebruik makend van geografische onderzoeksmethoden
o SDB3.1: In staat zijn om, door een combinatie van terreinwaarneming en theoretische kennis, fysisch-geografische fenomenen te kunnen duiden en landschapsgenese te kunnen verklaren
o SDB3.2: Kennis hebben van basistechnieken van plaatsbepaling, fysisch-geografische terreinopname, bemonstering, landschapsinterpretatie op kaarten en luchtfoto’s, en deze technieken kunnen toepassen in het kader van terreinwerk
o SDB3.3: Enquêtes en interviews kunnen opstellen en afnemen en de resultaten ervan correct kunnen verwerken en interpreteren
o SDB3.4: Ruimtelijke gegevens en relaties tussen meerdere geografische variabelen statistisch kunnen analyseren en de resultaten van de analyses correct kunnen interpreteren
o SDB3.5: Ruimtelijke gegevens in digitale vorm kunnen omzetten, ze in kaart kunnen brengen gebruik makend van een gepaste voorstellingswijze (kaartontwerp) en ze te verwerken aan de hand van ruimtelijke analysetools (GIS)
o SDB3.6: Kennis hebben van de basisprincipes van programmeren en op basis hiervan zelfstandig code te kunnen ontwikkelen
o SDB3.7: Onder begeleiding van het docententeam een onderzoeksopzet en onderzoeksplan kunnen definiëren om een geografische vraagstelling te analyseren
· ADB4: Inzicht hebben in hoe geografisch onderzoek kan ingezet worden in het streven naar een meer diverse, rechtvaardige en duurzame samenleving
o SDB4.1: Inzicht hebben in de complexe interactie tussen natuurlijke en antropogene processen en de wijze waarop deze de landschappelijke en sociale dynamiek van de ruimte beïnvloeden, zowel op locale, regionale als globale schaal
o SDB4.2: Inzicht hebben in de betekenis en rol van het geografisch onderzoek in de analyse van concrete milieu- en/of maatschappelijke vraagstukken, binnen de context van een diverse en globaliserende samenleving
o SDB4.3: In staat zijn om problemen die verband houden met het gebruik van de ruimte en van natuurlijke bronnen kritisch te benaderen en te analyseren, rekening houdend met de visie van diverse belanghebbenden, en met oog voor aspecten gekoppeld aan diversiteit
· ADB5: Kritische analyse en interpretatie van verworven kennis en onderzoeksresultaten
o SDB5.1: Een literatuurstudie rond een duidelijk omschreven geografisch onderzoeksthema kunnen uitvoeren en tot een kritische synthese komen
o SDB5.2: Kritisch kunnen reflecteren over het opzet en de uitwerking van een wetenschappelijke studie in termen van vooropgestelde hypotheses, toegepaste onderzoeksmethoden, interpretatie van resultaten en formulering van conclusies
o SDB5.3: Zelfstandig een geografisch onderzoeksproject van een zekere complexiteit kunnen uitvoeren, en de resultaten correct kunnen interpreteren
o SDB5.4: Zich bewust zijn van onzekerheden en beperkingen eigen aan verworven kennis en onderzoeksresultaten
· ADB6: Communicatievaardigheden en -attitudes en functionering in teamverband
o SDB6.1: Resultaten van onderzoek op een heldere, correcte en wetenschappelijk verantwoorde wijze schriftelijk kunnen rapporteren
o SDB6.2: Resultaten van onderzoek op een heldere en correcte wijze kunnen presenteren, gebruik makend van diverse media
o SDB6.3: In debat kunnen treden op basis van verworven kennis of bekomen onderzoeksresultaten
o SDB6.4: Kunnen functioneren in teamverband, verantwoordelijkheden in een team kunnen opnemen, en zich aan teamafspraken kunnen houden
· ADB7: Vaardigheden en attitudes voor zelfstandige kennisontwikkeling en levenslang leren
o SDB7.1: Kennis hebben van belangrijke databronnen voor geografisch onderzoek en van de wijze waarop data afkomstig van deze bronnen geraadpleegd of gebruikt kunnen worden
o SDB7.2: Over de vaardigheid/attitude beschikken om op een efficiënte en kritische wijze eigen kennis rond een geografisch of aanverwant onderzoeksthema op te bouwen, te actualiseren of te verdiepen
o SDB7.3: Een attitude ontwikkeld te hebben die stimuleert tot levenslang leren
o SDB7.4: Zich een onderzoekende houding te hebben eigen gemaakt, steunend op kritisch denk- en redeneervermogen, creativiteit, en zin voor initiatief
Terug naar boven
Studieplannen
In het kader van dit studieprogramma, zijn de volgende afstudeerplannen mogelijk:
Terug naar boven