Doelstellingen

  

Terug naar boven

Leerresultaten

De Masters of Science in de Farmaceutische Zorg en in de Geneesmiddelenontwikkeling zijn beide apothekers met deels overlappende competenties. De Master in de Farmaceutische Zorg bereidt voornamelijk voor op een professionele carrière als zorgverstrekker terwijl de Master in de Geneesmiddelenontwikkeling in eerste instantie een voorbereiding is op een loopbaan in de industrie en/of onderzoek.
 
De Master of Science in de Farmaceutische Zorg is:
 
l) een farmaceutisch expert die:
 
1)          diepgaande kennis en inzicht heeft omtrent de (bio)farmaceutische eigenschappen van geneesmiddelen, hun therapeutisch gebruik, interacties en toedieningswijzen.
2)          kennis en inzicht heeft in de toxicologie, cosmetologie, voedings- en dieetleer.
3)          grondstoffen, (dier)geneesmiddelen, voedingssupplementen, cosmetische preparaten, medische hulpmiddelen en diagnostica correct weet te bewaren en te verstrekken en alle relevante adviezen hieromtrent kan geven aan patiënten en/of andere zorgverleners.
4)          zelf farmaceutische en cosmetische preparaten kan bereiden en hun kwaliteit kan waarborgen en controleren.
5)          een houding van levenslang en levensbreed leren heeft verworven om zich, op volledig zelfstandige basis, te blijven ontplooien en bijsturen in zijn werkdomein en daarbuiten.
 
II) een zorgverstrekker die:
 
1)          alle aspecten van de farmaceutische zorg beheerst met adequate kennis en aandacht voor de geïntegreerde zorg voor de patiënt, rekening houdend met zijn culturele en sociale achtergrond. Hij/zij promoot hierbij een gezonde levensstijl.
2)          diepgaande kennis heeft over de behandeling van medische aandoeningen volgens de meest recente richtlijnen.
3)          verantwoordelijkheid draagt voor zijn beslissingen omtrent bereidingen, verstrekkingen en aanbevelingen van farmaceutische producten. Hij/zij is zich hierbij bewust van zijn/haar bevoegdheden en verwijst zonodig door naar relevante experten.
4)          accuraat de medische historiek en klinische laboratorium resultaten van een patiënt kan documenteren en interpreteren; de intenties van de voorschrijver naar de patiënt kan overbrengen en indien vereist handelt in overeenkomst met de farmacovigilantie voorschriften.
5)          kennis heeft van de beschikbare e-gezondheidsdiensten en in staat is deze te gebruiken.
6)          in overleg met de patiënt en/of met zorgverleners uit zowel de eerste als de tweede lijn een bepaalde gezondheidsdoelstelling kan realiseren.
 
   III) een persoon die de capaciteit heeft om als wetenschappelijk onderzoeker te fungeren.
 
   1)             De Master kan op een ethisch correcte manier zelfstandig of samen met anderen experimenteel onderzoek uitvoeren, kritisch interpreteren en hierover mondeling en schriftelijk rapporteren in het Nederlands en het Engels.
   2)             De Master kan aan de hand van (inter)nationale vakliteratuur kritisch de ontwikkelingen binnen de farmaceutische industrie en het onderzoek evalueren.
 
   IV) een manager die:
 
   1)             op een verantwoorde manier een officina kan leiden, conform de relevante wetgeving.
   2)             vertrouwen inboezemt en over de nodige communicatieve vaardigheden beschikt om informatie en advies op een gepaste manier over te brengen naar patiënten, officinamedewerkers, andere zorgverstrekkers, de overheid en het brede publiek.
   3)             zich blijvend verdiept in alle voor de praktijkuitoefening relevante gebieden en eveneens deelneemt aan medisch-farmaceutisch overleg.
     4)             in staat is kritisch te reflecteren over het eigen professioneel functioneren en dat van anderen. De Master staat open voor constructieve kritiek en kan deze ook geven, rekening houdend met de verwachtingen van anderen.

Terug naar boven

Studieplannen

In het kader van dit studieprogramma, zijn de volgende afstudeerplannen mogelijk:

Standaard traject NIEUW

Terug naar boven