21 ECTS credits
630 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 6023785FNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Onderwijstaal
Nederlands
Onder samenwerkingsakkoord
Onder interuniversitair akkoord mbt. opleiding
Faculteit
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Verantwoordelijke vakgroep
Geschiedenis
Onderwijsteam
Bart Ballaux (titularis)
Onderdelen en contacturen
700 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

De stage en masterproef  vormen een geïntegreerd opleidingsonderdeel in de Master Archivistiek. De stage heeft tot doel de student praktijkervaring te verschaffen en hem/haar de gelegenheid te geven deze ervaring aan de onderrichte materie te toetsen. Tijdens de stage wordt de aanzet gegeven tot de masterproef.

Met de masterproef toont de student aan dat hij/zij in staat is om op persoonlijke basis een uitgebreid archivistisch onderzoek tot een goed einde te brengen, onder de vorm van de redactie van een originele wetenschappelijke monografie of een toegang. Hieruit blijkt dat de student tijdens zijn/haar studies de nodige kennis, vaardigheden en competenties heeft opgedaan om in het vakgebied te kunnen functioneren. Dit impliceert:

- greep verwerven op de wetenschappelijke literatuur betreffende zijn/haar onderzoeksthema;
- het hanteren van een theoretisch kader bij het verwerken van de bronnen en literatuur;
- bij toegepast onderzoek de archivistische technieken en vaardigheden ook in de praktijk kunnen toepassen.

Het onderwerp van de stage en de masterproef moet betrekking hebben op een gebied dat in overeenstemming is met het te behalen diploma van Master (na Master) in de Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer. De aanzet van de masterproef wordt gegeven tijdens de stage. De docenten stellen voor het begin van het academiejaar onderzoekslijnen op, die gepubliceerd worden op de website. Zij formuleren in samenspraak met het veld een aantal onderwerpen voor de masterproef en delen die mede aan de stage-coördinator. De stagecoördinator maakt in het begin van het academiejaar een lijst van de onderwerpen voor de masterproef, gekoppeld aan de stageplaatsen en de promotoren. Begin oktober wordt de lijst voorgesteld en ter beschikking gesteld van de studenten, die hieruit een keuze maken. De promotoren nemen de verantwoordelijkheid voor de stage-onderwerpen die gekozen worden. Bij een ongelijke verdeling van de onderwerpen kan de opleidingsraad beslissen om een student een andere promotor toe te wijzen dan oorspronkelijk op de lijst werd vermeld.

Bijkomende info

De onderwerpen voor de masterproef en de lijst van stageplaatsen worden in oktober opgelijst, zodat de studenten een keuzemogelijkheid hebben en relatief snel aan de stage kunnen beginnen. Voor de juiste deadlines: zie reglement 'stage en masterproef'

Aanvullend studiemateriaal:
Is afhankelijk van het gekozen onderwerp.

Leerresultaten

Algemene competenties

De student kan een wetenschappelijke probleemstelling formuleren binnen het archiefwetenschappelijk kader. De student kan een methodologie uitwerken en toepassen. De student kan beschrijvend onderzoek doen, archivistische verklaringen en interpretaties geven. De student kan oplossingen voor theoretische en praktische problemen voorstellen en eventueel testen. De student is in staat om over dit alles te rapporteren.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Masterproef bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Masterproef dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Masterproef met een wegingsfactor 1 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

De student wordt door 3 commissarissen (waaronder de promotor) beoordeeld op de schriftelijk ingediende masterproef. Daarnaast gebeurt de evaluatie op basis van een logboek, door de student bijgehouden tijdens de stage. De beoordeling kan eventueel aangevuld worden met het begeleidingsdossier, opgesteld door de stageverantwoordelijke of de promotor.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de archivistiek: erfgoed- en hedendaags documentbeheer: Profiel Digitaal Informatiebeheer
Master in de archivistiek: erfgoed- en hedendaags documentbeheer: Profiel Archief- en Erfgoedbeheer