Onderwijsinnovatie en -technologie

6 ECTS credits
150 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4022611DNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een inleidend master niveau.

Semester

1e en 2e semester

Inschrijving onder examencontract

Niet mogelijk

Beoordelingsvoet

Beoordeling (0 tot 20)

2e zittijd mogelijk

Onderwijstaal

Nederlands

Faculteit

Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding

Verantwoordelijke vakgroep

Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding

Onderwijsteam

Jo Tondeur (titularis)
Andy Thys

Onderdelen en contacturen

22 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
128 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen

Inhoud

Theoretische component:
De focus van het opleidingsonderdeel ligt op de pedagogisch-didactische ondersteuning van onderwijsinnovaties en dat met een specifieke focus op technologie. Mogelijke inhouden zijn de implementatie van onderwijsinnovaties (bv. een e-portfoliosysteem, flipping the classroom, curriculummaterialen over mediawijsheid), de processen van ICT-integratie in onderwijs op verschillende aggregatieniveaus (bv. visie- en beleidsplanning in een educatieve setting), het uitwerken van een professionaliseringstraject, etc. Belangrijk in het teken van dit project is dat het gaat om reële ontwerpproblemen uit de prakrijk, die in overleg met de praktijk worden aangepakt. Studenten worden tijdens de colleges ondersteund om op een theoretisch en methodologisch gefundeerde wijze beslissingen te nemen in design teams. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de uitgangspunten van educational design research en community service learning.

Praktijkgerichte component:
Voor het praktische luik wordt gewerkt in design teams van vier studenten. Studenten leren door samen te werken en ontwerpen met de praktijk: ze gaan aan de slag met een concrete vraag die samen met de praktijk wordt afgestemd met als doel samen tot een innovatieve ICT-rijke oplossing (prototype) te komen. Deze interventie staat centraal in het opleidingsonderdeel. Tijdens de colleges worden referentiekaders gegeven om de studenten daarbij te helpen. De vorderingen en resultaten worden via de werkcolleges besproken.

Het teamgericht ontwerpen van een onderwijskundig product moet doelgericht, planmatig en stapsgewijs verlopen. Het is de bedoeling een iteratie te doorlopen op basis van een bestaand ontwerpmodel (bv. Het IDI-model). Bruikbare ontwerpmodellen worden in de colleges toegelicht. Het reflecterend handelen van de studenten is belangrijker dan de ontworpen oplossing. Om het reflecteren te faciliteren zal gebruik gemaakt worden van een portfoliossyteem zodat scaffolds kunnen ingebouwd worden om het reflectieproces te bevorderen. Hiervoor wordt een blended traject opgezet. In het opleidingsonderdeel zal ook aandacht besteed worden aan de ontwikkeling van de attitudes, zoals het organisatievermogen van studenten, zin voor samenwerking, verantwoordelijkheidszin, het omgaan met weerstanden, openstaan voor innovaties.

Voor studenten met een LIO-statuut: inservice stage van 60 uren (en indien van toepassing preservice of alternatieve stage). Indien het opdrachtvolume tussen de 200 en 499 lesuren telt kan het dat de student onvoldoende unieke lesuren kan presteren voor dit opleidingsonderdeel. In dat geval worden bijkomende opdrachten uit het reguliere traject gegeven, a rato van de ontbrekende uren.

Het traject wordt blended opgezet zodat de studenten zelf de voor- en nadelen van educatief ICT-gebruik kunnen ervaren. De opzet wordt ook beargumenteerd en besproken tijdens de colleges. Bovendien is het de bedoeling dat de studenten mee vormgeven aan aan hun eigen leerproces in de vorm van co-creatie.

Studiemateriaal

Handboek (Vereist) : Conducting educational design research, McKenney, S., & Reeves, T. C., 2de, Routledge, 9781138095564, 2018
Digitaal cursusmateriaal (Aanbevolen) : Understanding structural and cultural school characteristics in relation to educational change: the case of ICT integration, Educational Studies, 35(2), 223-235., Tondeur, J., Devos, G., Van Houtte, M., van Braak, J., & Valcke, M., 2009

Bijkomende info

Voor studenten van campussen Anderlecht, Diest en Leuven worden 8 contacturen ingericht. 142u worden gepresteerd als zelfwerk en studie.

Leerresultaten

Algemene competenties

Opleidingsspecifieke leerresultaten

1, 10, 13, 14, 18

Doelen

“Onderwijsinnovatie en - technologie” draagt voornamelijk bij tot het ontwikkelen van de basiscompetentie “de leerkracht als innovator-onderzoeker” door vanuit de principes van ontwerpgericht onderzoek onderwijskundige processen te verbeteren met behulp van technologie. Studenten moeten daarbij in design teams hun theoretische, methodologische en organisatorische kennis toepassen om een reëel onderwijskundig probleem te analyseren, een prototype (oplossing) te ontwerpen, en het prototype te evalueren. Dit opleidingsonderdeel bouwt ook mee aan de leerresultaten met betrekking tot samenwerken en communiceren met verschillende stakeholders. OLR 18 staat dan ook centraal in dit opleidingsonderdeel.

De student kan innovatietheorieën, onderzoek naar onderwijstechnologie, en beleidsteksten synthetiseren en benutten vanuit een authentieke probleemstelling.
De student kan methodisch handelen volgens de principes van ontwerpgericht onderzoek met het oog op de verbetering van een praktijkvraagstuk.
De student kan samenwerken in design teams in functie van het ontwerpen, ontwikkelen, evalueren en rapporteren van een innovatief ICT-rijk onderwijskundig product.
De student kan condities bepalen die succesvol zijn voor de implementatie van een innovatie op het gebied van onderwijsinnovatie en -technologie.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 40% van het eindcijfer

Examen Schriftelijk bepaalt 40% van het eindcijfer

Examen Praktijk bepaalt 20% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:

Mondeling examen met een wegingsfactor 40 en aldus 40% van het totale eindcijfer.

Toelichting: Presentatie en bespreking van de praktijkopdracht, open vragen over het handboek, lesnotities en slides.

Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:

Werkstuk: WPO praktijkopdracht met een wegingsfactor 40 en aldus 40% van het totale eindcijfer.

Toelichting: De studententeams krijgen minimaal twee keer tussentijds feedback en worden na afronding van de lessencyclus beoordeeld op basis van het verslag.

Binnen de categorie Examen Praktijk dient men volgende opdrachten af te werken:

Individueel stageverslag met een wegingsfactor 20 en aldus 20% van het totale eindcijfer.

Toelichting: De student krijgt minimaal een keer tussentijds (online) feedback en wordt na afronding van de lessencyclus beoordeeld op basis van het stageverslag.
Voor studenten met een LIO-statuut: inservice stage (en indien van toepassing de bijkomende opdrachten), beoordeeld door de stagebegeleider

Aanvullende info mbt evaluatie

Toegestane onvoldoende

Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context