3 ECTS credits
90 u studietijd

Aanbieding 2 met studiegidsnummer 4022870ENW voor werkstudenten in het 2e semester met een verdiepend master niveau.

Semester
2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Je hebt ‘Vakdidactiek Psychologie en pedagogische wetenschappen 1' gevolgd, alvorens 'Vakdidactiek Psychologie en pedagogische wetenschappen 2' op te nemen. 'Vakdidactiek Psychologie en pedagogische wetenschappen 2' opnemen houdt in dat je gelijktijdig 'Positief en inclusief leefklimaat GDW' volgt of reeds geslaagd bent voor  'Positief en inclusief leefklimaat GDW'.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding
Verantwoordelijke vakgroep
Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding
Onderwijsteam
Jef Carlier
Jo Tondeur (titularis)
Onderdelen en contacturen
8 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
82 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Leerlijn Beroepspraktijk 

De studenten starten in dit opleidingsonderdeel met 2 lesuren co-teaching voor vakdidactiek Gedragswetenschappen. De vorm van co-teaching is afhankelijk van de noden die de situatie stelt. Vervolgens wordt overgegaan naar een begeleide oefenstage voor vakdidactiek Gedragswetenschappen. Hierbij ontwerpen studenten lessen (7u) die ze eveneens uitvoeren in de klaspraktijk, in aanwezigheid van de mentor. 

Voor studenten met een LIO-statuut: inservice stage van 28 uren (en indien van toepassing preservice of alternatieve stage).  Indien het opdrachtvolume tussen de 200 en 499 lesuren telt kan het dat de student onvoldoende unieke lesuren kan presteren voor dit opleidingsonderdeel. In dat geval worden bijkomende opdrachten uit het reguliere traject gegeven, a rato van de ontbrekende uren. In gevallen waar de lesopdracht van de LIO-student niet of onvoldoende aansluit bij de vakdidactiek, wordt een bijkomende opdracht uit het reguliere traject gegeven, nl. begeleide oefenstage. Hierbij ontwerpt de student lessen die uitgevoerd worden in de klaspraktijk, in aanwezigheid van de mentor. 

Leerlijn Vakdidactiek

Binnen “PPW VD2” verdiepen studenten zich verder in de vakdidactiek pedagogische en psychologische wetenschappen. Ze leren hoe ze als lid van een team samen kunnen werken. Aan de hand van curriculumvraagstukken (uit hun stagepraktijk) leren ze een vakgerichte leeromgeving binnen het onderwijskundig referentiekader situeren door onder meer de verticale en horizontale samenhang te bestuderen. In een blended leeromgeving bestuderen de studenten welke actoren en factoren er van belang zijn op de verschillende aggregatieniveaus. Daarbij zullen onderwerpen als differentiatie, evaluatie en feedback, motivatie en klasmanagement aan bod komen en betrokken worden op hun stage-ervaringen. Er wordt ook telkens een link gelegd naar pedagogische concepten binnen het vakdomein. Via seminaries zal vakdidactisch onderzoek binnen deze module een prominente plaats krijgen. 

Studiemateriaal
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Leerplan van het Steden en Gemeenten te vinden op http://www.ovsg.be
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Leerplan van het Katholiek Onderwijs te vinden op http://www.vvkso.be
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Leerplan van het Gemeenschapsonderwijs te vinden op http://www.g-o.be
Bijkomende info
  • Voor studenten van campussen Anderlecht, Diest en Leuven worden 6 contacturen ingericht. 84u worden gepresteerd als zelfstudie (m.i.v. stage). 
  • Er wordt verwacht dat studenten alle lessen binnen dit opleidingsonderdeel bijwonen om zich maximaal op de praktijk te kunnen voorbereiden (professionele attitude). 
  • Stages kunnen plaatsvinden in academisch verlof dat niet samenvalt met schoolvakanties, blokweken en examenperiodes. Er wordt verwacht dat studenten de stages spreiden evenwichtig spreiden met oog op een optimaal leerrendement (cfr. stagehandleiding). 
  • In dit opleidingsonderdeel wordt gewerkt aan een geïntegreerde set van competenties die nodig zijn voor het ontwerpen van een positief en inclusief leefklimaat in de klas. In de stage wordt de integratie van de leerresultaten uit de andere leerlijnen en uit het opleidingsonderdeel Positief en inclusief leefklimaat beoogd. 
 
Leerresultaten

Algemene competenties

Opleidingsspecifieke leerresultaten

 1, 2, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 16, 18, 19, 20, 22

Doelen

Leerlijn Beroepspraktijk 

  1. De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude  (m.i.v. planning/ voorbereiding van en communicatie over de stage).  

  2. De student kan coherente en uitdagende lessen ontwerpen en deze onder begeleiding van de mentor succesvol uitvoeren. 

  3. De student kan, beroepend op de pedagogisch-didactische en vakdidactische referentiekaders, een krachtige leeromgeving creëren, waarin leerdoelen, leermiddelen en leer- en evaluatieactiviteiten op elkaar afgestemd zijn en aansluiten bij de diversiteit van de leergroep. 

  4. De student kan, beroepend op de pedagogisch-didactische en vakdidactische referentiekaders, leerdoelen, leeractiviteiten en leerinhouden gestructureerd, accuraat en wervende manier aanbieden aan leerlingen. 

  5. De student gaat constructief om met feedback van de mentor of stagebegeleider op de voorbereiding en uitvoering van de stagelessen, kan er zelf kritisch op terugkijken en kan de feedback verwerken in de onderwijspraktijk. 

  6. De student gaat op een respectvolle manier en discreet om met informatie over de leerling/ student/ leerkrachten/ school/ begeleiders. 

Leerlijn Vakdidactiek 

  1. De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude. 

  2. De student houdt bij het ontwerpen van lessen en het selecteren van op vakdidactische principes rekening met de schoolvisie.  

  3. De student bouwt lespakketten, jaar- en periodeplanningen logisch op, rekening houdend met horizontale en verticale opbouw van het vakdomein en met de afspraken binnen de vakgroepwerking. 

  4. De student onderbouwt de keuze van de probleemstelling en het lesontwerp met inzichten uit recente maatschappelijke debatten, met bijzondere aandacht voor de Brusselse grootstedelijke context. 

  5. De student kan actuele wetenschappelijke evidentie en nieuwe inzichten om een positief en zorgend leefklimaat te realiseren, integreren binnen het vakdomein.  

  6. De student kan werkvormen selecteren die aanzetten tot inspraak, participatie en samenwerking. 

  7. De student integreert zinvolle modellen van evaluatie uit de vakdidactische literatuur in de lesvoorbereiding en de lesuitvoering. 

  8. De student kan technieken van taalgericht vakonderwijs hanteren bij het ontwerp en de uitvoering van een les. 

  9. De student kan lessen ontwerpen en uitvoeren waarin de positieve interactie tussen en met leerlingen gestimuleerd wordt en waarbij hetleren van elke leerling geoptimaliseerd wordt.

  10. De student kan competenties bij de leerlingen ontwikkelen in functie van onderzoekend leren (o.a. bronnenonderzoek, logische analyse en literatuuronderzoek). 

  11. De student kan leerlingen informeren over en voorbereiden op hogere studies binnen het vakgebied gedragswetenschappen (bv. opleidingen in pedagogische en psychologische wetenschappen). 

 
 
 

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Praktijk bepaalt 60% van het eindcijfer

Examen Andere bepaalt 40% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Praktijk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Co-teaching en begeleide stage met een wegingsfactor 60 en aldus 60% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: De evaluatie van de begeleide stage of LIO-baan gebeurt door de stagebegeleider o.b.v. stage-administratie, lesvoorbereidingen en ontwikkeld materiaal, mondelinge en schriftelijke feedback van de mentor, zelfevaluatie en gesprek, etc.  

Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Opdracht met een wegingsfactor 40 en aldus 40% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Opdracht m.b.t verwerking leerinhoud vakdidactiek.

Aanvullende info mbt evaluatie
  • Om te kunnen slagen voor dit opleidingsonderdeel neemt de student deel aan alle onderdelen van de evaluatie.  
  • Er kan slechts een eindcijfer worden berekend indien voor elke opdrachtcategorie van de evaluatie een score werd behaald. Niet deelnemen aan één of meerdere opdrachtcategorieën resulteert in de vermelding 'afwezig’ (afw). 
  • Een student kan slechts slagen voor het opleidingsonderdeel als voor elke opdrachtcategorie minstens 7/20 wordt behaald. De toegekende eindscore is dan het cijfer toegekend aan het laagst gescoorde examenonderdeel. 
  • Als het cijfer voor het praktijkexamen (stage) onvoldoende is, is remediëring een bindende voorwaarde om verder te gaan met de stage in de opleiding. 
  • Het is verplicht om de stageplanning tijdig te communiceren (cfr. afspraken stagehandleiding). Het laattijdig communiceren kan leiden tot een 'afwezig’ (afw) voor de stage. 
  • Als het eindcijfer voor de praktijk onvoldoende is, kan men niet slagen voor het opleidingsonderdeel. Een tekort op praktijk kan slechts worden ingehaald in een volgende nuttige zittijd. De titularis kan in het geval van doorverwijzing naar de volgende nuttige zittijd toestaan dat de punten behouden blijven voor de reeds succesvol afgelegde onderdelen. 
Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Educatieve master in de gedragswetenschappen: agogische wetenschappen (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de gedragswetenschappen: psychologie (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de gedragswetenschappen: standaard traject (60 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de gedragswetenschappen: standaard traject (60 ECTS, Anderlecht)
Educatieve master in de gedragswetenschappen: standaard traject (60 ECTS, Diest)
Educatieve master in de gedragswetenschappen: standaard traject (60 ECTS, Leuven)