6 ECTS credits
180 u studietijd

Aanbieding 4 met studiegidsnummer 4022711DNW voor werkstudenten in het 1e semester met een inleidend master niveau.

Semester
1e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Je hebt ‘Leren van Individuele Leerlingen’ gevolgd, alvorens ‘Krachtige leeromgeving’ op te nemen.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding
Verantwoordelijke vakgroep
Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding
Onderwijsteam
Nadine Engels (titularis)
Ariane Caplin
Ingeborg Plackle
Wouter Cools
Jetske Rosa Strijbos
Lies Vanerum
Katrien Van Roelen
Els Govaerts
Nathalie Michalek
Onderdelen en contacturen
40 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
140 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Pedagogie en didactiek

Deze leerlijn focust op de pedagogisch-didactische inhouden met het oog op het creëren van een krachtige leeromgeving. Daarbij komen o.a. volgende thema’s aan bod: maatschappelijke doelen van onderwijs en de link met eindtermen, didactisch referentiekader, leerplannen en specifieke doelstellingen, doelstellingentaxonomieën, breed observeren van de beginsituatie van leergroepen, leertheorieën en aansluitende onderwijsstrategieën en differentiatiemodellen, ethisch kompas en growth-mindset, visies op en benaderingen van evalueren gekoppeld aan functies van evalueren en evaluatie-instrumenten met bijzondere aandacht voor assessment for learning, 21st Century Skills, ICT, de betekenis van 'krachtige leeromgeving' in een grootstedelijke context, een eerste aanzet tot het creëren van een gestructureerd werkklimaat (afspraken, lesorganisatie). 

Domeinspecifieke STAM

In de domeinspecifieke STAM maken studenten kennis met didactiek binnen het domein van de sportwetenschappen:  
Didactiek als wetenschappelijke discipline: essentie, unieke maatschappelijke relevantie van het vak, het vak afstemmen op het leren van de leerlingen, vakdidactische concepten en misconcepties.
Kaders voor het vakgericht onderwijs: vakdidactische toepassing van 21st century skills, STEM-kaders, Nature of science, onderwijshervorming en het vakonderwijs, eindtermen (en curriculumdossiers).
Vakdidactisch ontwerpen: motiverende insteek, fasen en lagen van een les, werkvormen m.i.v. actuele en authentieke contexten, fysieke en digitale leeromgeving, evalueren.
Binnen deze leerlijn ontwerpen studenten in design teams een individuele les die ze aan elkaar geven tijdens een werkcollege.  

Reflecterend en onderzoekend handelen

Tijdens video-gestimuleerde reflectiesessies in kleine groepen analyseren de studenten de volledige complexiteit van de klaspraktijk. De interactie tussen leerkracht (mentor) en leerling vormt de focus tijdens deze reflectie.  De studenten bekijken in het kader van binnenklasdifferentiatie de documentaire "The Classroom Experiment" en stellen een leervraag op die thema's uit de documentaire bindt aan hun eigen klaspraktijk. De sessies worden vervolgens gestructureerd volgens het kader van GRROW-coaching. Studenten integreren in hun reflectie aangeboden referentiekaders die aanzetten tot het ontwerpen van een krachtige leeromgeving (leerlijnen Pedagogiek en didactiek en vakdidactiek). Studenten dragen tijdens de sessies actief bij tot de reflectie van medestudenten door coachingsvaardigheden toe te passen (bijv. actief luisteren en exploreren, waarderen en bekrachtigen …). Opdrachten ter voor- en nazorg van de sessies worden opgenomen in het portfolio (bv. leervragen rond beroepspraktijk). Het portfolio is opgebouwd uit vier verschillende thema's: reflectievaardigheden, coachingsvaardigheden, visie en beroepscompetenties. De reflectie aan de hand van deze kaders geeft het persoonlijk ontwikkelingsplan vorm.

Voor studenten met een LIO-statuut: via reflectiesessies in kleine groepen analyseren studenten op een systematische manier hun ervaringen met de beroepspraktijk. Ze slagen erin om aangeboden referentiekaders te integreren in de eigen reflectie.  De sessies worden gestructureerd volgens het kader van GRROW-coaching. 

Studiemateriaal
Handboek (Vereist) : Wat echt werkt, 29 strategieën voor het onderwijs, Mitchell, Uitgeverij Pica, 9789493209510, 2022
Handboek (Aanbevolen) : Met hamer en scheermes, Cornelis, Pelckmans, 9789463371117, 2018
Handboek (Aanbevolen) : Leren zichtbaar maken, Hattie, Bazalt Educatieve Uitgaven, 9789461182043, 2014
Handboek (Vereist) : De alles(z)weter, Beweging in wetenschap, wetenschap in beweging, De Martelaer - De Bauw, ASP, 9789057187322, 2018
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Beschikbaar via Canvas, Canvas
Handboek (Aanbevolen) : Binnenklasdifferentiatie in de praktijk, Ieders leer-kracht realiseren, Struyven - Gheyssens - Coubergs - De Doncker - De Neve, Acco, 9789463796798, 2019
Bijkomende info

Voor studenten van campussen Anderlecht, Diest en Leuven worden 24 contacturen ingericht 156u worden gepresteerd als zelfstudie (m.i.v. stage).

Studenten verwerven in dit opleidingsonderdeel de competenties nodig om leeromgevingen zelfstandig te ontwerpen en te realiseren. Van hen wordt verwacht dat ze de leerresultaten die voor iedere leerlijn gespecifieerd zijn, integreren in de beroepspraktijk. Er wordt daarom verwacht dat studenten alle lessen binnen dit OO bijwonen om zich maximaal op de praktijk te kunnen voorbereiden.

Leerresultaten

Algemene competenties

Opleidingsspecifieke leerresultaten

1, 2, 3, 7, 11, 12, 13, 14, 16, 20

Doelen

Pedagogiek en didactiek

  1. De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude. 
  2. De student kan verbanden leggen tussen maatschappelijke doelen van onderwijs, eindtermen, leerplandoelen, en doelstellingen voor specifieke leersituaties. 
  3. De student kan een instrumentarium voor breed observeren hanteren om de kenmerken van de beginsituatie van een leerlingengroep te achterhalen. 
  4. De student kan op basis van brede observatie en gesprekken met leerlingen en leden van het schoolteam, een genuanceerd en veelzijdig beeld schetsen van de diversiteit en het sociaal-dynamisch functioneren van een leergroep en aangeven hoe hij/zij die diversiteit constructief kan benutten. 
  5. De student kan beginsituatie, doelstellingen, inhouden, werkvormen en evaluatie op mekaar afstemmen a.d.h.v. de hem/haar aangereikte didactische referentiekaders. 
  6. De student kan op basis van onderzoeksevidentie de mogelijkheden en de beperkingen van onderwijsstrategieën die aansluiten bij verschillende leertheorieën beoordelen op hun bijdrage tot een krachtige leeromgeving. 
  7. De student kan leertheoretische benaderingen/ onderwijsstrategieën kiezen en die keuze verantwoorden in functie van de doelstellingen (soorten kennis) die worden beoogd. 
  8. Het ethisch kompas van de student is gericht op groei en leervorderingen van iedere leerling en een positieve interactie met respect voor eigenheid van de leerling. 
  9. De student kan verbanden leggen tussen evaluatiebenaderingen en –methoden en functies van evaluatie. 
  10. De student ontwikkelt een op groei gerichte visie op evaluatie. 
  11. De student kan aanpakken en instrumenten kiezen en ontwikkelen om 'evalueren om te leren' vorm te geven.   
  12. De student kan ICT functioneel integreren bij het ontwerpen van een krachtige leeromgeving. 
  13. De student heeft inzicht in mogelijkheden om een krachtige leeromgeving te creëren in een grootstedelijke context, met aandacht voor de culturen, leefomstandigheden en perspectieven van de diverse populatie lerenden en heeft daarbij aandacht voor de noodzakelijke koppeling van het curriculum aan de diversiteit van leefwerelden, voor gepaste omgang met de diversiteit aan taalachtergronden en voor taalgericht vakonderwijs. 

 

Domeinspecifieke STAM

  1. De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude.
  2. De student kan de essentie, de unieke maatschappelijke relevantie en de aard van sportwetenschappen (the nature of science) verwoorden.
  3. De student kan eigen overtuigingen over lichamelijke opvoeding kaderen binnen pedagogisch didactische paradigma's en kan de didactische implicaties ervan verwoorden.
  4. De student kan eindtermen, (curriculumdossiers) en leerplannen binnen sportwetenschappen raadplegen, interpreteren en er gericht doelen uit selecteren.
  5. De student kan de leerinhouden voor sportwetenschappen binnen een horizontale en verticale samenhang en binnen een STEM-context situeren.
  6. De student kan doelstellingen kiezen die aansluiten bij de beginsituatie van de leerlingengroep en deze concreet en operationeel formuleren en deze benutten om het didactisch handelen af te stemmen op het leren van de leerlingen.
  7. De student kan leerinhouden kiezen, opdelen in leerstappen en vertalen in zinvolle opdrachten met aandacht voor actuele en authentieke contexten.
  8. De student kan les- en instructiemodellen uit de wetenschappendidactiek en de STEM-didactiek benutten om een krachtige leeromgeving te ontwerpen.
  9. De student kan leerlingen de leerinhouden actief laten ontdekken en verwerken door een zinvolle, gevarieerde keuze aan werkvormen, leermiddelen en groeperingsvormen.
  10. De student kan de fysiek en digitale leeromgeving en het kader van de 21st century skills benutten om een krachtige leeromgeving te ontwerpen.
  11. De student kan voorbeelden geven van misconcepties over (sport)wetenschappen en strategieën hanteren om de negatieve impact van misconcepties op het leren van wetenschappen te minimaliseren.
  12. De student kan vakdidactisch onderzoek benutten om een krachtige leeromgeving te ontwerpen en om het eigen didactisch handelen te kaderen.  

Reflecterend en onderzoekend handelen

  1. De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude.
  2. De student kan het eigen functioneren op een (zelf)kritische manier ter discussie stellen, bijsturen en erover rapporteren.
  3. De student kan concrete sterktes en werkpunten formuleren en beargumenteren m.b.t. de eigen reflectie- en coachingsvaardigheden.
  4. De student kan leervragen identificeren in een authentieke onderwijsomgeving en deze delen met collega's.
  5. De student kan een situatie in een authentieke onderwijsomgeving op een systematische manier analyseren vanuit verschillende perspectieven.
  6. De student kan resultaten van relevant (onderwijs)onderzoek en vakdidactische expertise en inhoud aanbrengen en aanwenden in functie van geformuleerde leervragen.
  7. De student kan aan de hand van aangereikte referentiekaders actief zoeken naar oplossingen om zijn/haar minilessen te versterken.
  8. De student kan concrete vervolgstappen formuleren om zijn/haar minilessen te versterken.  
  9. De student levert een constructieve bijdrage aan het leerproces van anderen door basis coachingsvaardigheden toe te passen (actief luisteren en exploreren, waarderen en bekrachtigen).

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 30% van het eindcijfer

Examen Schriftelijk bepaalt 70% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Mondelinge verantwoording met een wegingsfactor 30 en aldus 30% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: De studenten verantwoorden voor een jury de pedagogische-didactische keuzes in het ontwerp van de ingeleverde lesvoorbereiding en schriftelijke verantwoording bij dit lesontwerp, op basis van de pedagogisch-didactische referentiekaders en de domeinspecifieke toepassingen ervan.

Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Werkstuk met een wegingsfactor 70 en aldus 70% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Een lesvoorbereiding en een uitgebreide schriftelijke didactische verantwoording bij een lesontwerp, vanuit de leerlijn Pedagogiek en Didactiek + de domeinspecifieke toepassingen.

Aanvullende info mbt evaluatie
  • Om te kunnen slagen voor dit opleidingsonderdeel neemt de student deel aan alle onderdelen van de evaluatie. Actieve deelname aan de sessies Reflecterend en Onderzoekend Handelen (ROH) waarin reflectie- en coachingsvaardigheden worden geoefend, is verplicht. Voor ROH wordt een pass/fail evaluatie toegepast. Er kan slechts een eindcijfer worden berekend indien voor elke opdrachtcategorie van de evaluatie een score werd behaald en indien er actief werd deelgenomen aan de sessies Reflecterend en onderzoekend handelen, zoniet wordt de beoordeling ‘afwezig’. 
  • Een student kan slechts slagen voor het opleidingsonderdeel als voor elke opdrachtscategorie minstens 7/20 wordt behaald. Is dat niet het geval dan is de toegekende eindscore gelijk aan het cijfer toegekend aan het laagst gescoorde opdrachtscategorie. 
  • Actieve deelname aan de oefenminiles sportwetenschappen is verplicht om te kunnen starten vakdidactiek 2. 
     
Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Educatieve master in de lichamelijke opvoeding: standaard traject (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de lichamelijke opvoeding: standaard traject (60 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de lichamelijke opvoeding: standaard traject (60 ECTS, Anderlecht)
Educatieve master in de lichamelijke opvoeding: standaard traject (60 ECTS, Diest)
Educatieve master in de lichamelijke opvoeding: standaard traject (60 ECTS, Leuven)
Master in de bewegings- en sportwetenschappen: Afstudeerrichting sportbeleid en sportmanagement - profiel onderwijs
Master in de bewegings- en sportwetenschappen: Afstudeerrichting fysieke activiteit, fitheid en gezondheid - profiel onderwijs
Master in de bewegings- en sportwetenschappen: Afstudeerrichting sporttraining en coaching - profiel onderwijs