Masterproef Deel 2

15 ECTS credits
450 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4022331ENR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een verdiepend master niveau.

Semester

1e en 2e semester

Inschrijving onder examencontract

Niet mogelijk

Beoordelingsvoet

Beoordeling (0 tot 20)

2e zittijd mogelijk

Inschrijvingsvereisten

Alvorens men een inschrijving kan nemen voor 'Masterproef Deel 2' moet men geslaagd zijn voor 'Masterproef' Deel 1.

Onderwijstaal

Nederlands

Faculteit

Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding

Verantwoordelijke vakgroep

Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding

Onderwijsteam

Iris Stiers
Inge Bogaert
Vicky Willegems
Promotor . (titularis)

Onderdelen en contacturen

0 contacturen Exam
450 contacturen Self study

Inhoud

Doel: De student voert het onderzoek (cfr. resultaat Masterproef deel 1) uit en rapporteert en communiceert erover.

Begeleiding: De student wordt hiervoor begeleid door zijn promotor. Student en promotor maken bij aanvang van het semester afspraken omtrent frequentie, verwachte voorbereiding en invulling van de begeleiding.

Masterproef: De masterproef wordt bij voorkeur geschreven in de vorm van een wetenschappelijk artikel waarin volgende onderdelen aan bod komen: Abstract, Inleiding, onderzoeksmethoden, resultaten, discussie en conclusie. Een handleiding met bijkomende informatie (deadlines, vorm van indienen, beoordeling en afwijkende (vormelijke) afspraken tussen de verschillende onderzoeksdomeinen…) is terug te vinden op de cursusruimte (CANVAS) van dit opleidingsonderdeel.

Studiemateriaal

Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Beschikbaar via Canvas
Handboek (Aanbevolen) : Academisch schrijven tijdens de hogere opleiding, De pen is machtiger dan het zwaard, Cornelis, G., Pelckmans Pro., 9789463370608, 2017

Bijkomende info

Leerresultaten

Algemene competenties

Opleidingsspecifieke leerresultaten

2, 13, 14, 15, 17, 18, 21, 22

Doelen

De student neemt een algemeen onderzoekende houding aan en gaat constructief om met feedback doorheen het onderzoeksproces.
De student kan, al dan niet binnen een onderzoeksteam, verantwoordelijkheid nemen voor de volledige onderzoekscyclus en formuleert zelfstandig voorstellen voor iedere stap van het onderzoeksproces.
De student kan het onderzoeksproces beheren en daartoe gepaste communicatie-, vergader- en planningstechnieken inzetten.
De student hanteert een correct taalgebruik (spelling, grammatica) en een academische schrijfstijl en respecteert daarbij afspraken over structuur, volume en referentiestijl, en de regels omtrent wetenschappelijke integriteit (respecteren van het auteursrecht, respecteren van regels omtrent privacy en verzamelen en opslag van data).
De student kan theorieën, denkkaders en studies uit de actuele internationale literatuur integreren in een goed gestructureerde en kritische beschrijving van de stand van zaken van het onderzoek die uitmondt in een scherpgestelde probleemstelling, waarvan (1) de wetenschappelijke noodzaak om ze te onderzoeken wordt aangegeven en (2) de maatschappelijke relevantie voor de onderwijspraktijk wordt beargumenteerd.
De student kan op basis van feedback het eerste masterproef plan dat werd ontwikkeld binnen het opleidingsonderdeel Masterproef 1, uitwerken tot een gestructureerde onderzoeksplan met een methodologie die gepast is om de onderzoeksvraag te beantwoorden en die aansluit bij het theoretische/ denkkader waarbinnen de probleemstelling zich situeert.
De student kan de methodische aanpak, m.i.v. dataverzameling en data-analyse, helder en navolgbaar beschrijven.
De student kan de dataverzameling en data-analyse methodisch en ethisch correct uitvoeren.
De student kan de onderzoeksbevindingen beknopt, zakelijk, onderbouwd, transparant en volgens de afgesproken referentiestijl rapporteren.
De student kan onderzoeksresultaten interpreteren met terugkoppeling naar de relevante literatuur, reflectie over de wetenschappelijke meerwaarde, de beperkingen van het gevoerde onderzoek en met aanbevelingen voor verder onderzoek over het onderwerp.
De student kan desgevallend de gevolgen van het onderzoek voor onderwijspraktijk (op micro-, meso- of macro-niveau) bespreken en eventueel vernieuwende elementen aanbrengen in de onderwijspraktijk door reflectie over de resultaten van eigen onderzoek.
De student kan desgevallend relevante aspecten uit zijn onderzoek en de bijdrage ervan aan de onderwijspraktijk in een gepast register delen met relevante externen (doelpubliek, betrokken actoren, etc.). Wanneer wetenschappelijke kennis, ervaringskennis en verzamelde gegevens over de praktijk worden samengebracht, doet hij/zij dat met respect voor de inbreng van de verschillende stakeholders.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Masterproef bepaalt 90% van het eindcijfer

Andere bepaalt 10% van het eindcijfer

Binnen de categorie Masterproef dient men volgende opdrachten af te werken:

Masterproef met een wegingsfactor 80 en aldus 90% van het totale eindcijfer.

Toelichting: De masterproef wordt bij voorkeur geschreven in de vorm van een wetenschappelijk artikel en bevat een bewijs van indiening op de plagiaatssoftware Turnitin.

Meer gedetailleerde richtlijnen omtrent vormelijke aspecten, deadlines, evaluatiecriteria en domein-specifieke afwijkende (vormelijke) afspraken zijn te vinden in een gedetailleerde handleiding op de cursusruimte (CANVAS) van dit opleidingsonderdeel.

De jury bepaalt de eindscore op basis van een criterialijst generiek binnen de Educatieve Masteropleiding. De jury bestaat uit de promotor (en desgevallend de tweede promotor) en een bijkomend lid (ZAP/OAP/ externe, vertrouwd met onderzoeksdomein/werkveld). De samenstelling van de jury wordt bekrachtigd door de interfacultaire opleidingsraad. De eindscore is het gemiddelde van de scores van elk jurylid. In geval het verschil tussen het hoogste en het laagste voorgestelde beoordelingscijfer méér dan 4/20 (20% van de beoordelingsschaal) blijkt, ook na een bespreking, wordt een bijkomende beoordelaar aangewezen.

Binnen de categorie Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

Procesevaluatie met een wegingsfactor 20 en aldus 10% van het totale eindcijfer.

Toelichting: Bij de beoordeling van het proces worden volgende criteria in acht genomen met betrekking tot sociale en organisatorische vaardigheden. Deze score wordt toegekend door hij/ zij die de begeleiding op zich nam. Voor de scorebepaling kan hij zich bijkomend laten informeren door relevante actoren (vb. werveldpartners die betrokken waren bij de valorisatie).

Aanvullende info mbt evaluatie

Toegestane onvoldoende

Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context