6 ECTS credits
180 u studietijd
Aanbieding 2 met studiegidsnummer 1022118BER voor alle studenten in het 1e semester met een verdiepend bachelor niveau.
Dit opleidingsonderdeel gaat in op een deel van het vermogensrecht en de inhoudelijke afbakening ervan met andere takken van het vermogensrecht, zoals het verbintenissenrecht en het contractenrecht. Buiten de afbakening van de rechtstak in zijn geheel, worden de zakelijke rechten als subjectieve rechten doorgelicht. Er is aandacht voor de kenmerken van de zakelijke rechten, het numerus clausus-beginsel, de werking, en het voorwerp (roerend of onroerend) waarop zij betrekking hebben. Vervolgens worden de diverse zakelijke rechten en hun wijze van verkrijging besproken, te beginnen met het eigendomsrecht en de diverse verschijningsvormen ervan ( hoofdzakelijke eigendom, mede-eigendom, de opsplitsing in appartementsmede-eigendom.). Ook de zakelijke gebruiksrechten zoals vruchtgebruik, erfpacht, opstal en de erfdienstbaarheden worden uitvoerig behandeld. Aanvullend wordt ook stilgestaan bij de problematiek van bezit en verjaring als een wijze van verwerving of verlies van zakelijke rechten. Tot slot komt ook het onderdeel zakelijke zekerheden aan bod, waar het vermogen en de al dan niet bevoorrechte verhaalbaarheid van schulden (situatie van de schuldenaar en de schuldeiser), centraal staan.
Hoorcolleges. Dit hoorcollege kan face to face (fysiek) en/of online plaatsvinden, afhankelijk van de door de overheid of faculteit opgelegde maatregelen (bv. bij Corona) en de beschikbaarheid van lokalen.
Voorbeelden van examenvragen worden tijdens de colleges toegelicht.
De studenten worden bevraagd en aangemoedigd om eigen praktijkvoorbeelden (werkervaring, omgeving) en casussen onderdeel te laten worden van de interactie tussen elkaar en met de docent.
Voor bijkomende informatie contacteer mathieu.muylle@vub.be
Beoogd wordt de kennis en het inzicht in het goedererecht (zakenrecht m.i.v. zakelijke zekerheden) bij de eerste confrontatie met de juridische beroepsuitoefening in deze materie en een referentiekader voor de toekomstige studie en beoefening van dit rechtsgebied:
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 100% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Het examen wordt schriftelijk afgenomen en bevat open vragen en casussen. Het gebruik van het wetboek is daarbij noodzakelijk.
De student moet op het examen minstens op volgende types van vragen kunnen antwoorden: (1) definitie van de meest essentiële begrippen uit het zakenrecht; de student moet aantonen dat hij deze begrippen kan omschrijven, dat hij ze beheerst en dat hij ze in hun context kan plaatsen, tevens dat hij weet welke wetsbepalingen ze nader regelen; (2) toelichting van de meest essentiële rechtsregels uit het zakenrecht; de student moet aantonen dat hij kan uitleggen wat de werking is van deze rechtsregels en dat hij weet in welke wetsbepalingen ze zijn vervat; (3) vragen met betrekking tot de draagwijdte van een opgegeven wetsbepaling, waarbij de student moet kunnen aantonen dat hij een of meer wetteksten met betrekking tot het zakenrecht kan lezen, analyseren, toelichten en dat hij de draagwijdte ervan kan situeren, inclusief de interpretatieproblemen die de bepaling doet rijzen; (4) analyseren van minstens één concreet geval (casus), dat de student in de juridische context moet kunnen plaatsen; de student moet de vergaarde kennis kunnen toepassen op een casus.
Op het leerplatform zijn voorbeelden van examenvragen opgenomen ter illustratie.
Kruisverwijzingen in het wetgevend materiaal zijn niet toegelaten. Inkleuringen, onderstrepingen, en niet-geannoteerde post-its mogen wel worden gebruikt.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de rechten: Standaard traject
Bachelor in de rechten: Verkort traject
Master in de rechten: Verkort traject
Schakelprogramma Master of Laws in de rechten: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Laws in de rechten: Standaard traject