3 ECTS credits
90 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 6021968FNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.
Studie van klinisch georiënteerde en op wetenschappelijke evidentie gebaseerde zorg van ziektebeelden die aan bod komen in de stages en betrekking hebben op de eindtermen zoals gedefinieerd onder ‘medicus’ niveau 3.
Tevens dient de ASO te functioneren met toenemende zelfstandigheid en complexiteit, gestoeld op wetenschappelijke basis. De wetenschappelijke basis van deze oefeningen wordt hoofdzakelijk maar niet uitsluitend gevormd door het geheel van “Guidelines” van de Europese Vereniging voor Cardiologie.
De management aspecten van EBM worden benaderd: richtlijnen, zorgpaden, met aandacht voor maatschappelijke relevantie en weerslag op medische beleidsopties. Dit vereist basiskennis wat EBM betreft, maar ook vaktechnische ervaring en competenties. Het doel is om gepubliceerde richtlijnen kritisch te interpreteren. Tevens moeten ze gepubliceerde richtlijnen leren omzetten naar lokaal toepasbare richtlijnen
Dit onderdeel behandelt dus het 'Leren lezen van artikels'. Om die reden zijn er Journal Clubs, elke donderdag avond, met verpplichte aanwezigheid. Soms worden Journal Clubs ook afgewisseld met lessen over toegepaste statistiek (video-conferentie).
Op donderdagmiddag zijn er ook wetenschappelijke meeting. Soms stafleden een topic voor, soms zijn er externe sprekers. Elke ASO in hogere opleiding stelt op deze vergadering minstens 1x per jaar een wetenschappelijke topic voor (vergadering van één uur)
4x per jaar is er een interuniversitaire meeting (Leuven, Gent, Antwerpen & Brussel). Locatie is wisselend over de 4 faculteiten. Meestal is er één of max 2 topics. Topics worden na-besproken door de plaatselijke stafleden. Topics worden evenwel geïntroduceerd door de ASO's aan de hand van een presentatie van een eigen casus, vaak met een voting systeem
OLR 7: Is in staat om de aangeboden wetenschappelijke kennis kritisch te interpreteren, te analyseren en correct en duidelijk te rapporteren (W)
OLR 3: Heeft het probleemoplossend vermogen verder ontwikkeld en past dit toe in de praktijk (M, W)
OLR 9: Kan participeren in klinisch wetenschappelijk onderzoek (W)
OLR 12: Bestendigt een kritische, wetenschappelijke houding (W)
OLR 17: Blijft voortdurend de eigen vaardigheden verder ontwikkelen en verbeteren (M)
OLR 10: Baseert zich op wetenschappelijke kennis verkregen met behulp van klinisch wetenschappelijk onderzoek (W)
OLR 1: Heeft diepgaande medische kennis en inzicht verworven in het specialisme (M, W)
OLR 19: Voldoet aan de algemene en specifieke eindtermen, eigen aan het specialisme, betreffende diagnostiek en ziektebeelden/aandoeningen (M, W)
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
ZELF Presentatie bepaalt 50% van het eindcijfer
ZELF Praktijkopdracht bepaalt 50% van het eindcijfer
Binnen de categorie ZELF Presentatie dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie ZELF Praktijkopdracht dient men volgende opdrachten af te werken:
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
WPO Presentatie bepaalt 50% van het eindcijfer
ZELF Praktijkopdracht bepaalt 50% van het eindcijfer
Binnen de categorie WPO Presentatie dient men volgende opdrachten af te werken:
Presentatie casus met toepassi met een wegingsfactor 1 en aldus 50% van het totale eindcijfer.
Toelichting: Presentatie casus met toepassing EBM (CAT)
Binnen de categorie ZELF Praktijkopdracht dient men volgende opdrachten af te werken:
Portfolio beoordelingsgesprek met een wegingsfactor 1 en aldus 50% van het totale eindcijfer.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de specialistische geneeskunde: cardiologie