6 ECTS credits
150 u studietijd

Aanbieding 2 met studiegidsnummer 4016947FNR voor alle studenten in het 1e semester met een gespecialiseerd master niveau.

Semester
1e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Verantwoordelijke vakgroep
History, Archaeology, Arts, Philosophy and Ethics
Onderwijsteam
Marc Jacobs (titularis)
Onderdelen en contacturen
26 contacturen Hoorcollege
90 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

De cursus is een verkenning van de 21ste-eeuwse paradigma's van "erfgoed" en van de “kritische erfgoedstudies” in het algemeen, en in die reeks “etnologie” in het bijzonder. Enerzijds wordt veel aandacht besteed aan het belang en de waarden van erfgoed en alledaagse (historische) cultuur voor individuen, groepen, gemeenschappen en staten. Anderzijds wordt een erfgoed(werk)model gepresenteerd, op basis van de noties transbronnen, parabronnen en hulpbronnen.

1)      Historiciteitsregimes, omgang met het verleden en macht: onderzoek van de evolutie van het concept “patrimoine”/”erfgoed”/”heritage” voor en na respectievelijk 1789/1989, met bijzondere aandacht voor evoluties in Frankrijk sinds de Franse Revolutie en de toepasbaarheid van dat model in de Lage Landen. Dit wordt uitgewerkt vanuit een interdisciplinair perspectief, waarbij “etnologie”/(eigentijdse) “volkskunde” in combinatie met actor-netwerkanalyse (sociale studies van wetenschap en techniek) als speciale insteek wordt gekozen.

2)      Subsidiariteit en erfgoedbeleid (met focus op de 21ste eeuw): bespreking van recente evoluties van erfgoedbeleid in Vlaanderen en bij uitbreiding België, in een internationaal perspectief. Naast de in Vlaanderen en Brussel bevoegde overheden en de van kracht zijnde erfgoeddecreten en regelgeving, worden ook de relevante internationale teksten bestudeerd. Bijzonder aandacht gaat uit naar de kader-conventie van de Raad van Europa over de waarde van cultureel erfgoed in de maatschappij (2005). We verkennen op welke manieren actoren in Vlaanderen met het repertoire van beschikbare krachtige teksten en instrumenten van UNESCO, van internationale NGOs, van Europese instellingen en Belgische, Vlaamse en lokale overheden en organisaties aan de slag (zouden kunnen) gaan.  

3)      Instituties en netwerken: bespreking van een reeks belangrijke institutionele werkvormen in verband met materieel en immaterieel erfgoed en analyse van de erfgoedkaart.be en veldbeschrijvingen,  zowel in Vlaanderen als in België, maar ook met oog voor relevante internationale actoren en netwerken. Bijzondere aandacht gaat uit naar recente ontwikkelingen rond musea, immaterieel erfgoed en culturele makelaardij.

4)      Erfgoedvakmensen, doelpublieken, gebruikers, participanten en omgevingsanalyses: Enerzijds wordt het in FARO ontwikkelde model rond de notie erfgoedwerk en erfgoedvakmensen onderzocht. Anderzijds wordt ingegaan op de rollen en functies van mensen die niet professioneel verbonden zijn aan erfgoedinstellingen maar wel (potentiële) stakeholders zijn.

5)      Pragmatisch, eclectisch en reflexief: bespreking van enkele recente goede en minder geslaagde voorbeeldpraktijken van bescherming en borging, toegang en ontsluiting, zowel van onroerend, roerend en immaterieel cultureel erfgoed. Hierbij wordt kennis gemaakt met een selectie van vandaag in Vlaanderen ontwikkelde, gebruikte of beschikbare werkinstrumenten voor erfgoedwerk, inclusief de Erfgoedapp.

Bijkomende info

.Studiemateriaal (PowerPoints, PDFs, ...) en verwijzingen naar websites en literatuur zullen worden aangeboden op het leerplatform, waar ook forumdiscussies en oefeningen worden georganiseerd.

Leerresultaten

Algemene competenties

1 (4). De deelnemer heeft een verdiept inzicht in de historische en actuele relaties tussen erfgoed, instituties en samenleving.

2.(6) De deelnemer formuleert zelfstandig een probleemstelling en daaraan gekoppelde onderzoeksvragen binnen het domein van de kritische erfgoedstudies.

3.(7) De deelnemer bestudeert zelfstandig primaire bronnen en voert een kritische, internationale literatuurstudie uit in functie van een specifieke probleemstelling.

4.(9) De deelnemer is een interdisciplinaire onderzoeker, die kennis, inzichten en/of vaardigheden uit andere disciplines op kritische wijze kan integreren in het eigen onderzoek.

5.(11). De deelnemer heeft een verdiepende ervaring met en reflecteert kritisch over ofwel tentoonstellingspraktijk, erfgoedzorg, terreinonderzoek of materiaalstudie, aansluitend bij het gekozen specialisme.

6 (12). De deelnemer faciliteert dialoog en participatie van hedendaagse betrokkenen (stakeholders) via bemiddeling en culturele makelaardij.

7.(13) De deelnemer heeft een kritische, onderzoekende en integere houding, die getuigt van intellectuele nieuwsgierigheid en intellectuele eerlijkheid en een ingesteldheid tot levenslang leren.

8.(14) De deelnemer is inventief, creatief en ondernemend en heeft geleerd zijn eigen weg te zoeken, met een open geest en vrij van vooroordelen.

9.(15) De deelnemer is bereid zich vanuit humanistische waarden in te zetten voor een duurzame ontwikkeling van het maatschappelijk welzijn. Hij/zij is een wereldburger, die kan omgaan met de huidige en toekomstige uitdagingen in een globaliserende samenleving.

10 (16) De deelnemer kan zelfstandig omgaan met complexe problemen, reflecteert over eigen denken en handelen, is flexibel en kan samenwerken in een multidisciplinaire omgeving. Zodoende is hij/zij voorbereid op een breed spectrum van professionele mogelijkheden, waarin hij/zij adequaat verantwoordelijkheden kan opnemen.

 

Nota: Het getal tussen haakjes verwijst naar de corresponderende leerresultaten van de opleiding master kunstwetenschappen en archeologie.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 60% van het eindcijfer

Examen Andere bepaalt 40% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Examen mondeling met een wegingsfactor 60 en aldus 60% van het totale eindcijfer.

Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Casestudy met een wegingsfactor 40 en aldus 40% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

Er wordt een cijfer op 20 gegeven.

1)  Er is een mondelinge ondervraging over de geziene leerstof op 12 punten. .
 
2) Er moet een (op het examen besproken) werkstuk gemaakt worden over een eigentijdse case van cultureel erfgoedtheorie, beleid en/of praktijk (op 8 punten). 

Voor de tweede zittijd moet een nieuwe versie van het werkstuk worden ingeleverd en moet het mondelinge examen opnieuw worden afgelegd.

 

 
Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: geschiedenis (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: kunstwetenschappen en erfgoedstudies (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: wijsbegeerte (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: moraalwetenschappen en humanistiek (120 ECTS, Etterbeek)
Master in de archivistiek: erfgoed- en hedendaags documentbeheer: Profiel Archief- en Erfgoedbeheer