15 ECTS credits
410 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 6014485FNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.
De ASO dient na iedere stageperiode de ABC-vragenlijst in te vullen.
Probleemoplossend vermogen
De ASO scherpt het eigen probleemoplossend vermogen verder aan tijdens de verschillende seminaries en het dagelijkse werk.
Werkvormen:
Dagelijks werk in de revalidatie
Consultatie
Interactieve seminaries: 1u per week (eigen tijd ook telkens 1u ook in begeleiidng masterstudenten)
Multidisciplinaire vergaderingen: 3x/week 2 uur multidisciplinair overleg met de deelnemende therapeuten
Avondseminarie: 1x per maand 2u (1 maal per jaar zelf 25u voor eigen sessie)
Wekelijkse zaaltoer: 2u/week
Dagelijkse zaalronde : 2u/dag
Vaardigheden
De ASO verwerft tijdens deze stages specifieke kennis en vaardigheden met toenemende complexiteit en past deze toe in de praktijk met toenemende zelfstandigheid. Naargelang zijn/haar interesse zullen meer gespecialiseerde aspecten aan bod komen
1. Algemene kennis en vaardigheden
1.b. Kennis:
- omgang met indicatiestelling in verschillende deelgebieden van de neuro-locomotorische revaldatie
- doorgedreven principes van complexe en chronische revalidatie
- chronische pijntherapie
- spasticiteitsbehandelingen
- interdisciplinair overleg in beslissing tot andere therapiemogelijkheden
1.c. Vaardigheden:
- het informatiegesprek
- gestructureerd voorstellen van het probleem van de patiënt met inbegrip van concreet behandelingsplan
- leiden van de wekelijkse staffvergaderingen van alle revalidanten
- gestructureerde ontslagbrief
3. Intensieve zorgen en acute revalidatie (neuro)
3.b. Kennis: Dezelfde kennis als niveau 2 gesteund op meer ervaring
Central cord lesies en dwarslesies
NAH (niet aangeboren hersenletsels) : traumatisch, vasculair, diffuus axonaal lijden
Evolutieve degeneratieve neurologische aandoeningen
3.c. Vaardigheden :
-inschatten van prognosis aan de hand van electrofysiologische onderzoeken : EMG, geledingsonderzoeken, MEP, SSEP
-vroege integratie en inschatting van mogelijkheden voor terugkeer naar de thuis(vervangende)situatie...
- spasticiteitstherapie algemeen en lokaal (oa : baclofen pomp, botoxinfiltraties...)
4. Orthopedie/Traumatologie/Reumatologie (locomotorisch)
4b. Kennis:
- fysiopathologische reacties bij complexe (poly)traumapatiënten.
- diagnostische investigatie bij overbelastinsletsels (oa sportgeneeskundige letsels).
- inzicht in de prognose van posttraumatische aandoeningen (DVT, CRPS...)
- meest voorkomende niet-traumatische aandoeningen van het locomotorisch systeem en hun revalidatiemogelijkheden naargelang de uitgevoerde therapie (osteosynthese, conservatief met gipsverbanden of andere verbanden..)
- het kennen en gebruik van beeldvormingstechnieken ter diagnose van bot-, gewrichts- en weke delen pathologie.
- specifieke inflammatoire aandoeningen (reuma)
- manueel mechansch onderzoek van wervelzuil
- algemene aandoeningen zoals obesitas, osteoporose, oncologische, urologische revalidatie
- lymphoedeem en plastische heelkunde (na brandwonden..
- amputaties onderste en bovenste ledmeaten
-4c. Vaardigheden:
-Intracompartimentele drukmeting
-Infiltratietechnieken met of zonder echografie
-ESWT
-Vertebrale manipulaties
-Epidurale infiltraties
-Orthopedisch-technische aspecten bij amputatie, gewrichtsinstabiliteit..
-Kennis steunverbanden en atelles
-(manuele) lymfedrainage, bandageren en drukverbanden
-Voorschrijven mobiliteitshulpmiddelen
-Aanpassingen in thuissituatie
Werkvormen:
continue onderwijs tijdens hospitalisatie, in het revalidatiecentrum en op de consultaties
bedside teaching
consultatie met supervisie met steeds meer zelfstandigheid
Wekelijkse zaaltoer: 2u/week
sessies voor technische vaardigheden (congressen met workshops )
interuniversitaire opleiding
.
OLR 1: Heeft diepgaande medische kennis en inzicht verworven in het specialisme (M, W)
OLR 3: Heeft het probleemoplossend vermogen verder ontwikkeld en past dit toe in de praktijk (M, W)
OLR 15: Houdt rekening met de economische aspecten van de geneeskunde en gaat doelmatig om met middelen, waarbij onder- en overgebruik vermeden worden (M)
OLR 18: Is in staat om “standards of care” te zetten en kwaliteitseisen met betrekking tot de verschillende aspecten van het eigen specialisme te formuleren (M, Ma)
OLR 4: Kan correct en op een humane, empathische wijze communiceren met de patiënt en zijn of haar omgeving, met oog voor ethische, maatschappelijke en multiculturele aspecten (diversiteit) en binnen de relevante wettelijke regelgeving ©
OLR 19: Voldoet aan de algemene en specifieke eindtermen, eigen aan het specialisme, betreffende diagnostiek en ziektebeelden/aandoeningen (M, W)
OLR 2: Heeft de vaardigheden, eigen aan het specialisme, verworven en past deze correct toe (M)
OLR 17: Blijft voortdurend de eigen vaardigheden verder ontwikkelen en verbeteren (M)
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Andere bepaalt 100% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:
Portfolio met functioneringsgesprekken en evaluatiegesprek aan het einde van het niveau Expert Plus.
PASS/FAIL
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de specialistische geneeskunde: fysische geneeskunde en revalidatie