6 ECTS credits
170 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 6014450FNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.
Werken aan verdieping van de medische kennis met speciale aandacht voor ziekenhuisgeneeskunde.
Nieuw keuzepakket : wordt ieder jaar aangeboden
- Grondslagen van stralingsfysica en stralingsbescherming (prof. D. Verellen)
- Teach the teacher voor ASO's (Prof. Van Den Block)
- Praktijkrichtlijnen voor bloedtransfusie en bloedderivaten ( Prof H Schots)
- Ziekenhuishygiëne en nosocomiale infecties (Dr I Wybo)
- Pijnbestrijding (Dr M Moens )
- Richtlijnen voor evaluatie van voedingstoestand en enterale en parenterale nutritie (prof. E. De Waele)
- Medische informatietechnologie ( Prof Vandevelde)
- Doelmatig aanwenden van beeldvorming ( Draaiboek radiologie ) ( Prof J Demey)
- (Niet) natuurlijke dood, overlijdensattest en autopsie (Prof Van Varenbergh)
- Richtlijnen bij donatie en acceptatie van organen ( prof. M. Wissing)
- Kwaliteitsvolle patiëntenzorg en patiëntenveiligheid (prof. D. Michielsen)
- Deontologie voor ASO's (Prof. M. Deneyer)
- Magistraal voorschrijven (Prof. K. Depaepe)
- Bedjes en centjes : belang van juiste medische registratie (dr.K. Pien)
- Het ABC van de antibiotherapie (dr. L. Seyler - prof. P. Lacor)
- Het medisch-farmaceutisch comité ? Wat ben je ermee ?
De wettelijke bepalingen betreffende ethische problemen in ziekenhuismilieu maken deel uit van lessencycli georganiseerd door het Ethisch Comité, voorzitter: Prof. P Lacor.
De capita selecta worden niet alleen besproken in de domeinen therapie, diagnostiek, prognose, maar ook met betrekking tot reële klinische situaties en oefeningen in de praktijk. Voor de lessencyclus ethische problemen is er plaats voor patiëntenbespreking en ruimte voor reflectie en feedback op het medisch handelen.
Artikels met betrekking tot aangeboden onderwerpen
Gangbare richtlijnen in ziekenhuis, nationaal en internationaal
Na afloop van de cursus is de deelnemer zelfstandig in staat te werken aan het verdiepen en bijhouden van het medisch handelen dat verwacht wordt van elke specialist in de gezondheidszorg.
De specialist kent de richtlijnen die gehanteerd worden om op een efficiënte en wetenschappelijk verantwoorde wijze bij te dragen tot de opvang van de patiënt in acute en chronische aandoeningen in het ziekenhuis en op consultatie.
De arts specialist in opleiding is in staat om de meest frequente acute en intensieve pathologie op een correcte manier te diagnosticeren en behandelen, in overeenstemming met de gangbare op evidentie gebaseerde zorgrichtlijnen en te participeren in de wachtdiensten.
De arts specialist in opleiding heeft aandacht voor samenwerking, kent de grenzen van zijn medisch handelen en past ethisch verantwoorde zorg toe, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen. De specialist levert zorg op integere manier en houdt hierbij rekening met de maatschappelijke context
De specialist kent de mogelijkheden en beperkingen van het elektronisch medische dossier en gebruikt deze efficiënt om de continuïteit van de zorg te verzekeren in een multidisciplinaire zorgsituatie.
Hij/zij werkt aan de algemene en specifieke competenties verreist van een specialist, vernoemd in het onderdeel niveau 1 Medicus
Algemene competenties:
II.1 Continuering van het verwerven van medische kennis (en kennis van inbreng van basale wetenschappen in de klinische praktijk) en inzicht
II.4 Probleemoplossend vermogen ontwikkelen en toepassen in de praktijk
Domeinspecifieke competenties:
III.2 De ASO houdt rekening met de economische aspecten van de geneeskunde, in het bijzonder het doelmatig omgaan met middelen waarbij onder- en overgebruik van middelen vermeden wordt
III.3 De ASO beschikt over de nodige communicatieve eigenschappen, waarbij humane, ethische en maatschappelijke aspecten een belangrijke rol spelen en dit binnen de relevante wettelijke regelgeving.
III.7 De ASO kent de principes van de medische informatica voor het leveren van optimale patiëntenzorg en voor het onderhouden van de eigen deskundigheid
III.9 De ASO heeft vakspecifieke kennis en probleemoplossend vermogen en weet deze in de praktijk toe te passen
III.10 De ASO heeft praktische vakspecifieke vaardigheden en kan deze toepassen. Hij werkt aan de verdere ontwikkeling en verbetering van deze vaardigheden in functie van een levenslang leren houding (life-long learning)
III.11 De ASO zet "standards of care" en formuleert kwaliteitseisen met betrekking tot de verschillende aspecten van zijn vak
III.12 De ASO zal na de masteropleiding voldoen aan de algemene en specifieke eindtermen eigen aan het specialisme betreffende diagnostiek, therapeutisch beleid, prognose, opvolging en preventie van de ziektebeelden/aandoeningen
Leerresultaten:
IV.1 Een dieper gaand inzicht verwerven in de algemene pathologie, diagnose en therapie van de specifieke ziektebeelden/aandoeningen
IV.2 Toepassen van algemene wetenschappelijke kennis en methodiek binnen het domein van het specialisme (wetenschappelijke attitude en patiëntenzorg)
IV.3 Als beginnend ASO kunnen werken onder supervisie
IV.4 Kunnen werken en communiceren binnen een multidisciplinair team.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
ZELF Presentatie bepaalt 100% van het eindcijfer
Binnen de categorie ZELF Presentatie dient men volgende opdrachten af te werken:
portfolio met functioneringsgesprek : reflectie en beoordeling van het leerproces.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de specialistische geneeskunde: anesthesie en reanimatie
Master in de specialistische geneeskunde: inwendige geneeskunde
Master in de specialistische geneeskunde: klinische biologie
Master in de specialistische geneeskunde: medische oncologie
Master in de specialistische geneeskunde: neurochirurgie
Master in de specialistische geneeskunde: neurologie
Master in de specialistische geneeskunde: nucleaire geneeskunde
Master in de specialistische geneeskunde: oftalmologie
Master in de specialistische geneeskunde: orthopedische heelkunde
Master in de specialistische geneeskunde: otorhinolaryngologie
Master in de specialistische geneeskunde: pathologische anatomie
Master in de specialistische geneeskunde: cardiologie
Master in de specialistische geneeskunde: pediatrie
Master in de specialistische geneeskunde: plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde
Master in de specialistische geneeskunde: pneumologie
Master in de specialistische geneeskunde: psychiatrie, meer bepaald in de kinder- en jeugdpsychiatrie
Master in de specialistische geneeskunde: psychiatrie, meer bepaald in de volwassenpsychiatrie
Master in de specialistische geneeskunde: radiotherapie en oncologie
Master in de specialistische geneeskunde: reumatologie
Master in de specialistische geneeskunde: röntgendiagnose
Master in de specialistische geneeskunde: stomatologie en mond-, kaak- en aangezichtschirurgie
Master in de specialistische geneeskunde: urgentiegeneeskunde
Master in de specialistische geneeskunde: dermatologie en venereologie
Master in de specialistische geneeskunde: urologie
Master in de specialistische geneeskunde: fysische geneeskunde en revalidatie
Master in de specialistische geneeskunde: gastro-enterologie
Master in de specialistische geneeskunde: gerechtelijke geneeskunde
Master in de specialistische geneeskunde: geriatrie
Master in de specialistische geneeskunde: gynaecologie en verloskunde
Master in de specialistische geneeskunde: heelkunde