30 ECTS credits
900 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4012699ENR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een verdiepend master niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Men mag zich enkel inschrijven voor "Masterproef Bio-ingenieurswetenschappen" in de afstudeerfase.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Wetenschappen en Bio-ingenieurswetensch.
Verantwoordelijke vakgroep
Bio-ingenieurswetenschappen
Onderwijsteam
Dominique Maes
Stefan Magez
Jo Van Ginderachter
Wim Versées
Eveline Peeters
Steven Ballet
Frederic Leroy
Luc De Vuyst
Geert Angenon
Promotor . (titularis)
Onderdelen en contacturen
750 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

De Masterproef is een door de student zelfstandig gemaakt werk met een originele wetenschappelijke inhoud, dat publiek verdedigd wordt. De Masterproef moet vooreerst de bekwaamheid van een student aantonen om de stand van zaken in een bepaald domein van de Bio-ingenieurswetenschappen te bepalen en relevante wetenschappelijke literatuur te verzamelen, te interpreteren en te rapporteren. Daarnaast dient de Masterproef specifieke hypothesen, objectieven en/of vragen te weerspiegelen die door een aangepaste experimentele aanpak dienen getest of beantwoord te worden. Uiteindelijk dienen originele conclusies geformuleerd te worden. Dit alles dient neergeschreven te worden en tenslotte gepresenteerd te worden voor een jury en publiek.

Door het uitvoeren van een originele Masterproef zal de student zijn/haar beheersing van een bepaald onderwerp uit de Bio-ingenieurswetenschappen aantonen en door zijn/haar werk deelnemen aan de vooruitgang van de wetenschap. De geschreven Masterproef is een finaal rapport van het eigen uitgevoerde onderzoek.

De geschreven Masterproef moet:

  • een heldere definitie verschaffen van een probleem met een uiteenzetting van het belang hiervan;
  • een bredere maatschappelijke situering van het onderzoeksprobleem geven
  • een uitgebreide kennis en begrip van de wetenschappelijke literatuur, relevant voor het onderzoek, weerspiegelen, inclusief relevante feiten, experimentele methoden en theorieën;
  • bondig de vragen, hypothesen en objectieven uitleggen, die eigen zijn aan het onderzoek, en het onderzoek kaderen in het geheel van de onderzoeksactiviteiten van het project waaraan het verbonden is;
  • de experimentele methoden in voldoende detail voorstellen zodat deze kunnen herhaald worden;
  • kwalitatieve en kwantitatieve resultaten op een toegankelijke manier voorstellen;
  • de resultaten interpreteren volgens de specifieke hypothese en de state-of-the-art literatuur;
  • de sterkten en zwakten van de resultaten analyseren en plaatsen in de context van de huidige 
wetenschappelijke kennis;
  • de belangrijkste bevindingen voorstellen in een duidelijke en korte conclusie;
  • potentiële perspectieven suggereren voor toekomstig onderzoek gebaseerd op de bekomen resultaten.


De voorgestelde inhoud van de Masterproef is als volgt:

  • Voorblad met titel. De titel is een korte, informatieve beschrijving van de essentie van het uitgevoerde onderzoek.
  • Woord vooraf.
  • Inhoudsopgave.
  • Inleiding (maximaal twee pagina’s). De inleiding geeft bondig de motivatie van de studie, hoe deze in de reeds bestaande kennis past (‘trechtereffect’) en welke de globale doelstellingen zijn. De inleiding behandelt dus de achtergrond of het historisch perspectief van het onderwerp en de doelstellingen. De inleiding schetst tevens de bredere maatschappelijke situering van het onderzoeksprobleem.
  • Literatuurstudie (lengte ± 1/3 van de totale Masterproef). De literatuurstudie geeft de state-of-the-art van het onderzoek weer op basis van de bestaande, wetenschappelijke literatuur. Slechts die onderwerpen die rechtstreeks verband houden met de experimentele studie worden behandeld; eerstehands tijdschriftartikels en reviewartikels (niet uitsluitend), eerder dan secundaire bronnen zoals handboeken en cursussen, worden geciteerd, teneinde de lezer onmiddellijk naar het oorspronkelijk werk te verwijzen.
  • Doelstellingen en kadering. De doelstellingen van het werk omschrijven de juiste objectieven van de uitgevoerde studie. De kadering geeft weer hoe het doorgevoerde onderzoek past in het geheel van de onderzoeksactiviteiten van het desbetreffende project.
  • Materiaal en Methoden. Deze sectie beschrijft in goed gestructureerde paragrafen/onderdelen hoe het 
experiment/de waarneming uitgevoerd werd en welk materiaal (biologisch, methode, techniek, apparaat, software, enz.) gebruikt werd. De volledigheid ervan moet toelaten dat het experiment door anderen kan herhaald en geverifieerd worden.
  • Resultaten en Discussie (lengte ± 2/3 van de totale Masterproef). Deze sectie bevat de samenvatting van de bevindingen van het experiment of de waarneming, alsook een interpretatie van de bekomen resultaten, gestoffeerd met mogelijke verklaringen, hypothesen en theorieën in functie van de state-of-the-art van het onderzoek.
  • Algemeen besluit (maximaal 2-3 pagina’s). Hier worden de belangrijkste experimentele bevindingen weergegeven en wordt het vernieuwend aspect tot uiting gebracht. Tevens wordt het toekomstperspectief van het huidige werk verklaard en worden mogelijkheden tot verder onderzoek geformuleerd.
  • Samenvatting. Dit omvat (1) een korte inleiding (achtergrond en doelstelling); (2) een korte beschrijving van de methodologie; (3) de resultaten; en (4) de conclusie.
  • Summary. Dit is de Engelstalige samenvatting. Indien het werk in het Engels geschreven werd, dient een Nederlandstalige samenvatting toegevoegd te worden.
  • Referenties. De referentielijst omvat de externe bronnen die de auteur consulteerde voor en citeerde in zijn/haar werk.
  • Eventuele bijlagen (analyseresultaten, sequenties, softwareprogramma’s, enz.): afhankelijk van het onderwerp kunnen de bijlagen een wisselend volume hebben.

In regel bestaat de Masterproef uit een experimenteel gedeelte dat uitgevoerd wordt in een onderzoekslaboratorium van de Vrije Universiteit Brussel of in een andere binnen- of buitenlandse onderzoeksinstelling, universiteit of bedrijf, steeds onder het promotorschap van een (deeltijds) ZAP-lid van de Faculteit Wetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel. Indien uitgevoerd buiten de eigen Universiteit, wordt naast een promotor van de Vrije Universiteit Brussel, een promotor van de andere buiten- of binnenlandse instelling of het bedrijf verantwoordelijk gesteld voor het verloop van de scriptie. De verdediging van de Masterproef neemt, onafhankelijk van waar deze werd uitgevoerd, steeds plaats op de Faculteit tijdens een openbare examensessie. De redactie en verdediging kunnen zowel in het Nederlands als het Engels gebeuren.

Bijkomende info

De Masterproef moet ten laatste op de eerste maandag van de desbetreffende examenperiode (eerste examenperiode in januari, tweede examenperiode in juni, tweede zittijd in augustus) ingediend worden, om toegelaten te worden tot de verdediging in diezelfde examenperiode. Indiening gebeurt op het faculteitssecretariaat (officiële neerlegging) en op het secretariaat van de voorzitter van de examencommissie (coördinatie en archivering).

Eén exemplaar dient te worden overhandigd aan elk van de twee lezers en aan de twee leden van de vaste jury. Een elektronische versie van de Masterproef wordt onderworpen aan plagiaatcontrole door de student zelf met de daarvoor beschikbare software 'Turnitin'; het rapport daarvan wordt toegevoegd aan de Masterproef bij neerlegging ter interpretatie door de daarvoor aangeduide ZAP-leden.
Indien de Masterproef plagiaat vertoont, zullen maatregelen genomen worden, in overeenstemming met het algemene examenreglement en de facultaire aanvullingen bij het centraal examenreglement.

De verdediging van de Masterproef vindt plaats op de maandag voorafgaand aan de proclamatie.

Leerresultaten

Algemene competenties

Bij het succesvol afwerken van dit studiedeel zal de student volgende competenties verworven hebben:

  • literatuurstudies uitvoeren en een substantieel deel van de onderzoeksliteratuur begrijpen en interpreteren;
  • efficiënt mondeling en schriftelijk communiceren over een wetenschappelijk onderwerp;
  • constructief met anderen samenwerken;
  • ideeën integreren uit verscheidene domeinen door analyse van hypothesen, methoden, technieken, 
enz. uit de vele bronnen en deze informatie op een innovatieve wijze gebruiken;
  • zelfstandig en kritisch denken en schriftelijk en mondeling eigen standpunten verdedigen;
  • op een autonome en onafhankelijke manier ageren wanneer nieuwe wendingen voorkomen.
  • probleemoplossend denken en werken: methoden selecteren, aanpassen, ontwikkelen en toepassen; zelfstandig nieuwe informatie opzoeken, kritisch benaderen en hieruit bruikbare gegevens destilleren; nauwkeurig werken; resultaten kritisch toetsen, verwerken en hieruit nieuwe onderzoeksvragen extraheren.
  • zelfstandig projectmatig werken: doelstellingen formuleren, een plan van aanpak uitwerken, rekening houden met randvoorwaarden, keuzes maken en verantwoorden, resultaatsgericht werken.

 

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Andere bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

  • exam met een wegingsfactor 1 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

De Masterproef wordt mondeling en publiek verdedigd. Tijdens deze verdediging krijgt de student 20 minuten de tijd om zijn/haar uitgevoerde werk mondeling toe te lichten. Hierop volgend worden gedurende 15 minuten vragen gesteld. De jury wordt jaarlijks samengesteld door de opleidingsraad of vakgroepraad. Deze bestaat uit een voorzitter en een secretaris, die de twee permanente leden van de jury uitmaken en die alle mondelinge presentaties en verdedigingen beoordelen. Verder bestaat de jury uit twee leescommisarissen, die met hun expertise zo nauw mogelijk aansluiten bij het onderwerp van de Masterproef en die het eigenlijk werk volledig lezen en de discussie tijdens de publieke verdediging starten.

De mondelinge verdediging van de Masterproef heeft als hoofddoel de student zijn/haar wetenschappelijke communicatieve vaardigheden te toetsen en hem/haar de kans te geven om een publiek te overtuigen dat de onderzoekshypothesen origineel en relevant zijn, dat de experimentele methode correct opgesteld en uitgevoerd werd, dat de resultaten van goede kwaliteit zijn en dat de interpretaties logisch zijn. Hier bovenop laat de mondelinge verdediging van de Masterproef toe om de persoonlijke bijdrage van de student in het onderzoek te evalueren en de vooruitgang van de wetenschap die hieruit resulteert aan te tonen.

De Masterproef wordt op de volgende aspecten beoordeeld:

(1) Uitgevoerde werk

- Inzet en motivatie

- Technische vaardigheden, planning en organisatie

- Wetenschappelijke vaardigheden (kritisch & creatief denken)

- Vermogen tot samenwerken, communicatie, zelfstandigheid

(2) Inhoud & vorm van het manuscript

2.1 Wetenschappelijke aspecten

- Literatuurstudie

- Resultaten (omvang en kwaliteit)

- Situering, probleemstelling en doelstelling, discussie, diepgang, besluitvorming

2.2 Vormgeving manuscript

- Taalgebruik, spelling,...

- Structuur tekst, samenhang, logische opbouw

- Layout, kwaliteit tabellen, figuren, bibliografie

(3) Mondelinge presentatie en verdediging

- Presentatie (structuur, leesbaarheid, balans figuren / inhoud, relevantie getoonde informatie, taalgebruik, houding…)

- Beheersing van het onderwerp, beantwoorden van de vragen

 

Totstandkoming van het eindcijfer

Voor de start van de mondelinge verdediging vullen de promotor en de leescommisarissen een scoretabel in (zie bijlage). De promotor beoordeelt hierbij het ‘Uitgevoerde werk’ en de inhoud en vorm van het manuscript, terwijl de leescommisarissen de inhoud en vorm van het manuscript beoordelen. De vaste juryleden beoordelen ook de vormgeving van het manuscript.

Na de mondelinge verdediging wordt de presentatie en de verdediging van het werk beoordeeld door alle juryleden aan de hand van deze scoretabel. De beoordelingen worden verrekend volgens een gewogen gemiddelde. De verschillende gewichten zijn 30% voor de vaste juryleden, 30% voor de lezers en 40% voor de promotor.

De hierbij gehanteerde puntenschaal is als volgt: Onvoldoende (0-9), Geslaagd (10-11), Matig goed (12-13), Goed (14-15), Zeer goed (16-17), Excellent (18-20).

Het eindcijfer wordt bepaald op basis van de scoretabel, na discussie tussen de juryleden. 

Feedback bij het eindcijfer

Na de mondelinge verdediging bezorgt de voorzitter van de jury een feedbackformulier aan de student, waarin voor de verschillende deelaspecten die beoordeeld worden een score (Onvoldoende, Geslaagd, Matig goed, Goed, Zeer goed, Excellent) wordt toegekend. 

 

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de bio-ingenieurswetenschappen: cel- en genbiotechnologie: medische biotechnologie
Master in de bio-ingenieurswetenschappen: cel- en genbiotechnologie: moleculaire biotechnologie
Master in de bio-ingenieurswetenschappen: cel- en genbiotechnologie: agrobiotechnologie