4 ECTS credits
110 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1009603ANR voor alle studenten in het 1e semester met een inleidend bachelor niveau.
De HOC richt zich op het potentieel van sport in relatie tot de persoonlijke en sociale ontwikkeling van specifieke kwetsbare doelgroepen (jongeren in een maatschappelijk kwetsbare positie, ouderen en personen met een beperking). Hierbij staan 2 aspecten centraal: inclusie in sport (deelname aan sport) en inclusie door sport (sport als middel tot ontwikkeling). Bij het eerste aspect worden sportparticipatiecijfers besproken en de drempels die bestaan voor kwetsbare groepen. Het tweede aspect gaat vooral in op de voorwaarden die nodig zijn om sport als middel tot ontwikkeling te kunnen inzetten. Naast theoretische inzichten in het werken met bijzondere doelgroepen, wordt ook aandacht besteed aan beleidsgeoriënteerde aspecten in relatie tot inclusie in en door sport voor personen in een maatschappelijk kwetsbare positie.
Het WPO gedeelte omvat volgende drie deelopdrachten: (1) de implementatie van een bestaande sport plus methodiek, (2) het ontwikkelen van een bewegingsplan bestaande uit drie sport plus sessies en (3) het creëren van een kennisclip. Voor de drie WPO-opdrachten gaan studenten in groep aan de slag en staat het toepassen van de theoretische inzichten in het werken met bijzondere doelgroepen en sport als middel tot ontwikkeling centraal. Voor de tweede deelopdracht wordt er (indien mogelijk) samengewerkt met een praktijkorganisatie die zich richt tot een specifieke doelgroep en sport daarbij (wil) inzet(ten) als middel voor het bereiken van extra-sportieve doelstellingen.
Niet van toepassing
Specifieke leerresultaten:
Het doel van dit opleidingsonderdeel is de student inzicht te geven in de mogelijkheden om sport en beweging te gebruiken als een bewegingsagogisch middel en in de diverse aspecten van het bewegingsagogisch proces.
De student moet na het volgen van dit opleidingsonderdeel in staat zijn om:
-een eigen visie te formuleren op de sociale betekenis van bewegingsactiviteiten
-de belangrijkste principes van het bewegingsagogisch proces te benoemen en toe te lichten;
-het belang van beweging in het agogische werk aan te geven en toe te lichten;
-de typische leefwerelden, situaties, bijzondere betekenissen en methodische aanpakken van het bewegingsagogisch handelen bij een aantal specifieke doelgroepen te kunnen benoemen en toe te lichten
-een bewegingsagogisch proces te kunnen voorebereiden, organiseren en evalueren
Algemene leerresultaten:
De student:
-Heeft inzicht in de bouw, ontwikkeling(sfasen) en functioneren van de mens in verschillende leeftijdsgroepen om de risico’s van een ongezonde levensstijl te begrijpen en het belang van beweging te promoten (wetenschapper, promotor & adviesverstrekker)
-Kan een gezond persoon a.h.v. verantwoorde wetenschappelijke begeleidings- en/of trainingsschema’s begeleiden (wetenschapper, promotor & adviesverstrekker, educator & coach)
-Kan het eigen competentieprofiel toetsen aan het functioneren in het werkveld en de opleidingsmogelijkheden, en kan kritisch reflecteren over zichzelf en anderen (beroepsinnovator)
-Is in staat om zichzelf efficiënt en effectief te organiseren (manager)
-Heeft kennis van pedagogische principes met inbegrip van diversiteit (educator & coach)
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 60% van het eindcijfer
WPO Presentatie bepaalt 40% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie WPO Presentatie dient men volgende opdrachten af te werken:
Er wordt hiervoor gebruik gemaakt van een evaluatiematrix met indicatoren voor de drie deelopdrachten.
Binnen de categorie WPO dient men volgende opdrachten af te werken:
- implementatie van een bestaande sport plus methodiek (10%)
- Ontwikkelen van een bewegingsplan (15%)
- Creëren van een kennisclip (15%)
- Correctie van het individuele cijfer door een peer-evaluatie via CANVAS. De individuele cijfer voor de WPO wordt gecorrigeerd door middel van een individuele wegingsfactor en bepaalt aldus 40% van de eindscore.
De totale score van de student is niet noodzakelijk gelijk voor alle groepsleden. Het individueel cijfer is afhankelijk van een correctie door peer-evaluatie. Bij het te laat invullen van de peer-evaluatie zal er een gecorrigeerde individuele wegingsfactor toegepast worden.
De student moet deelgenomen hebben aan alle opdrachten voor de beoordeling – zo niet krijgt deze een ’afwezig’ op het puntenblad.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen: Standaard traject
Bachelor in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen: topsport