6 ECTS credits
151 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1009359BER voor alle studenten in het 1e semester met een verdiepend bachelor niveau.

Semester
1e semester
Inschrijving onder examencontract
Mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Studenten die dit opleidingsonderdeel opnemen, moeten geslaagd zijn voor minstens 30 ECTS-credits op bachelorniveau. Studenten communicatiewetenschappen moeten ook geslaagd zijn voor 'Communicatiewetenschappen I'. Studenten in een schakelprogramma, voorbereidingsprogramma of master kunnen dit opleidingsonderdeel opnemen.
Onderwijstaal
Nederlands
Onder samenwerkingsakkoord
Onder uitwisselingsakkoord mbt studiedelen
Faculteit
Faculteit Sociale Wetensch & SolvayBusinessSchool
Verantwoordelijke vakgroep
Communicatiewetenschappen
Onderwijsteam
Jo Renate Bauwens (titularis)
Onderdelen en contacturen
0 contacturen Exam
26 contacturen Lecture
125 contacturen Self study
Inhoud

'There can be no modernity without the media. There can be no media without modernity.'

Deze quote vormt het uitgangspunt van Mediasociologie. Het algemene kader van dit opleidingsonderdeel is de thematiek 'De media en moderniteit'. We gaan in deze cursus uit van een dubbel perspectief.
Enerzijds een maatschappij-deterministisch perspectief: welke bredere maatschappelijke processen, evoluties en transformaties hebben invloed gehad op de ontwikkeling van de media? Anderzijds een technologisch-deterministisch perspectief: welke invloed hebben de media (technologieën) gehad op sociale verhoudingen? Wat zijn de maatschappelijke implicaties van de media? Aan de hand van sociale theorieën en theorieën over mediatisering zoeken we antwoorden op deze vragen.

De cursus is opgebouwd uit vijf hoofdstukken:

  • Hoofdstuk 1 (the media and modernity: processes, consequences and contours) is overkoepelend en inleidend. Aan de hand van (media)sociologen als Anthony Giddens en John B. Thompson wordt ingegaan op de kenmerken van de moderne samenleving, de processen van verandering en welk aandeel de media hierin hebben (gehad).
  • Hoofdstuk 2 (the media and everyday life) behandelt de rol van de media in het alledaagse leven. Op basis van auteurs als Roger Silverstone en a.d.h.v. inzichten uit kritisch etnografisch onderzoek en historisch receptieonderzoek wordt dieper ingegaan op de vervlechting van de media in ons dagelijks leven, hoe de media ons dagelijkse leven ritmeren en hoe de media ingepast worden in machtsrelaties in microsociale settings.
  • Hoofdstuk 3  (the media, the public and the private) gaat in op de rol van de media in de reconfiguratie van het publieke en het private. We belichten de notie van publieke sfeer, de relatie tussen het publieke en private, de verschuivende grenzen tussen het publieke en private. Al deze facetten worden bestudeerd vanuit een mediasociologische invalshoek: welk aandeel hebben de media hierin?
  • In hoofdstuk 4 (the media and community) buigen we ons over de wijze waarop het individu zich verhoudt tot andere individuen, tot de gemeenschap en hoe deze relatie tussen het zelf en de bredere gemeenschap in wisselwerking met de media gevoed wordt.
  • Hoofdstuk 5 (the media and morality), tenslotte, pakt de morele gevolgen van de media aan. Dragen de media bij tot een groter moreel bewustzijn? In welke mate kunnen de media sympathie, empathie en morele betrokkenheid uitlokken bij het publiek?
Studiemateriaal
Cursustekst (Vereist) : Mediasociologie, verplichte literatuur bij de syllabus en slides, Verschillende auteurs, Beschikbaar gesteld door Perskring
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Slides, J. Bauwens, Canvas
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Mediasociologie, Syllabus, J. Bauwens, Canvas
Bijkomende info

De leerstof omvat:

  • een syllabus
  • een reader met wetenschappelijke vakliteratuur (1 tot 3 teksten per hoofdstuk). Deze wetenschappelijke teksten vormen het uitgangspunt en de kapstok voor de hoorcolleges. De reader kan worden geactualiseerd. Als dat het geval is, laat de professor dit bij de aanvang van de cursus weten. Studenten worden soms verzocht de teksten vooraf - op aanwijzing van de professor - grondig door te nemen.
  • slides waarop enkel de kernwoorden, onderzoeksvragen, sleutelbegrippen, belangrijke namen van auteurs en voorbeelden vermeld. Het zijn geen samenvattende slides.
  • eigen notities die men maakt tijdens de hoorcolleges of extra muros activiteiten (zoals lezingen, debatten, excursies)

Toelichting werkvormberekening

Hoorcollege (HOC): collectieve contactmomenten waarop de docent de leerinhouden behandelt
- Werkvormen en praktische oefeningen (WPO): collectieve en individuele contactmomenten waarop de student onder begeleiding met de leerinhouden aan de slag gaat
- Zelfwerk en –studie (ZELF): contactonafhankelijke activiteiten

Onderstaande werkvormberekening is indicatief en geeft een aanduiding van de te verwachten studiebelasting.

HOC: 26 uur (13 x 2 uur)

ZELF: 125 uur

  • 10 readerteksten in het Engels (verplichte leerstof) grondig lezen, analyseren en synthetiseren: 30 uur (10 x 3 uur)
  • cursus bijhouden, notities integreren en afstemmen op de syllabus, readerteksten naast de slides, notities en syllabus houden, a rato van 1,5 uur per uur HOC: 39 uur
  • voorbereiden examen (alle studiemateriaal instuderen/blokken): 56 uur (7 dagen van 8 uur)

Voor vragen of bijkomende informatie kunnen studenten terecht na afspraak via e-mail (joke.bauwens@vub.be) of telefonisch (02-614 85 81). Het kantoor van prof. Bauwens is op Pleinlaan 9, 4de verdieping.

Leerresultaten

Algemene competenties

Op het einde van dit opleidingsonderdeel:

  • ben je vertrouwd met en heb je inzicht in de voornaamste theoretische discussies en benaderingen binnen het onderzoek naar media en moderniteit,
  • heb je inzichtelijke en analytische kennis verworven die je in staat stelt verbanden te leggen en eigentijdse fenomenen, processen en veranderen te begrijpen en te verklaren vanuit de mediasociologie,
  • ken je de oorsprong, argumenten, standpunten, assumpties en empirische toepassingen of uitwerkingen van de verschillende mediasociologische benaderingen, begrijp je ze ook en kan je ze vergelijken met elkaar,
  • kan je op een kritisch gefundeerde wijze de theoretische benaderingen onderscheiden en uitleggen,
  • beheers je het aangereikte begrippenapparaat en kan je het toepassen op praktijkvoorbeelden,
  • kan je op een kritisch beargumenteerde wijze een standpunt innemen in mediasociologische debatten.

Dit opleidingsonderdeel draagt bij aan volgende leerresultaten van de bachelor communicatiewetenschappen:

  • de studenten hebben specifiek kennis en begrip van de diverse paradigma’s, de voornaamste theoretische stromingen, concepten en onderzoekstradities binnen communicatiewetenschappelijke benaderingen van media en cultuur,
  • de studenten hebben specifiek kennis en begrip van de diverse paradigma’s, de voornaamste theoretische stromingen, concepten en onderzoekstradities binnen communicatiewetenschappelijke benaderingen van journalistiek, politiek en democratie,
  • de studenten hebben inzicht in de positie en onderlinge relatie van de diverse paradigma’s, de voornaamste theoretische stromingen, concepten en onderzoekstradities binnen het vakgebied en dit steeds in verhouding tot andere theorievorming, methoden, concepten en modellen in andere disciplines (interdisciplinariteit),
  • de studenten hebben inzicht in het achterliggende mens- en maatschappijbeeld en (de historische ontwikkeling van) de premissen van de diverse paradigma’s, de voornaamste theoretische stromingen, concepten en onderzoekstradities in het algemeen, en in hun benadering van de relatie media, communicatie en samenleving in het bijzonder,
  • de studenten hebben kennis en begrip van de historische en recente ontwikkelingen van media en communicatie,
  • de studenten hebben kennis en begrip van de structuren, werking en processen binnen media- en communicatieorganisaties, media- en communicatiepraktijken en media- en communicatiemarkten en hun relaties met media en cultuur,
  • de studenten hebben kennis en begrip van de structuren, werking en processen binnen media- en communicatieorganisaties, media- en communicatiepraktijken en media- en communicatiemarkten en hun relaties met journalistiek, politiek en democratie,
  • de studenten kunnen tendensen en probleemgebieden in een medialandschap detecteren, analyseren en de maatschappelijke, professionele en beleidsimplicaties hiervan inschatten, vanuit een theoretisch referentie- en analysekader dat aansluit bij het veld van communicatiewetenschappelijke benaderingen van media en cultuur,
  • de studenten kunnen tendensen en probleemgebieden in een medialandschap detecteren, analyseren en de maatschappelijke, professionele en beleidsimplicaties hiervan inschatten, vanuit een theoretisch referentie- en analysekader dat aansluit bij het veld van communicatiewetenschappelijke benaderingen van journalistiek, politiek en democratie,
  • de studenten geven blijk van een kritische houding ten aanzien van bronnenmateriaal en literatuur,
  • de studenten kunnen kritisch en zelf-reflectief, binnen een langetermijnperspectief, uitgaand van een interdisciplinaire invalshoek, en zich hoedend voor monocausale interpretaties de impact inschatten van sociale, culturele, economische, ethische, technologische, politieke, juridische en andere factoren op communicatieprocessen,
  • de studenten geven blijk van een eerlijke attitude, ethische houding en geëngageerde ingesteldheid wat toelaat een relevante bijdrage te leveren aan actuele wetenschappelijke en maatschappelijke debatten,
  • de studenten kunnen begeleid zelfstandig, creatief, kritisch en ondernemend leren en handelen,
  • de studenten geven blijk van een geïnteresseerde, leergierige en zoekende ingesteldheid en beschikken over een open attitude ten aanzien van een leven lang en zelfstandig leren.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Mondeling Examen met een wegingsfactor 1 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

Elke student krijgen één examenfiche waarop twee vragen worden gesteld m.b.t. de cursusinhoud (syllabus, reader en hoorcolleges/extra muros activiteiten). Het examen is mondeling en duurt 20 tot maximaal 30 minuten. De student beschikt over schriftelijke voorbereidingstijd om de antwoorden op de twee vragen voor te bereiden (behoudens overmacht door COVID 19-maatregelen).

Voorbeelden van examenvragen:

  • Leg de verschillen uit tussen directe en indirecte mediatisering aan de hand van 2 voorbeelden.
  • Op welke punten verschillen Silverstone en Habermas van elkaar in hun visie op de rol van media in de publieke sfeer?
  • Wat wordt bedoeld met 'compulsion of proximity'? Leg uit aan de hand van een zelf gekozen voorbeeld dat niet aan bod kwam in het studiemateriaal.

Inzichtelijke kennis, analytisch denken, zin voor synthese en vermogen tot toepassing van theoretische inzichten op voorbeelden vormen de voornaamste vereisten om het examen tot een goed einde te brengen.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de psychologie: Profiel arbeids- & organisatiepsychologie
Bachelor in de psychologie: Profiel klinische psychologie
Bachelor in de agogische wetenschappen: profiel sociale agogiek
Bachelor in de agogische wetenschappen: profiel culturele agogiek
Bachelor in de agogische wetenschappen: Startplan
Bachelor in de agogische wetenschappen: profiel onderwijsagogiek
Bachelor in de wijsbegeerte en de moraalwetenschappen: Standaard traject
Bachelor in de communicatiewetenschappen: Standaard traject
Bachelor in de politieke wetenschappen en de sociologie: - afstudeerrichting sociologie, minor samenleving en cultuur
Master in de criminologische wetenschappen: Standaard traject