6 ECTS credits
150 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4004764FEW voor werkstudenten in het 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.
Dit opleidingsonderdeel (OO) strekt ertoe het inzicht van de studenten in het Europees recht te verdiepen. Het bouwt verder op de basiskennis die in dat verband is opgedaan in het OO Europees Recht I. In het OO “Europees recht II” ligt de nadruk op het materieel EU-recht. Daarbij is het centrale aandachtspunt de ‘Europese ruimte’. Die bestaat allereerst uit de interne markt, namelijk de 4 basisvrijheden (vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal) en de nauw daarmee verband houdende beleidsdomeinen zoals de douane-unie en de buitenlandse handel. De Europese ruimte is thans echter veel ruimer, en omvat ook het Unieburgerschap, het non-discriminatiebeginsel, de Economische en Monetaire Unie (EMU), de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en zelfs de bescherming van de grondrechten en de rechtsstaat. Studenten leren niet alleen de spelregels van de EU-interne markt beter kennen, maar ook de implicaties en de verwevenheid ervan met andere beleidsdomeinen van de EU (consumenten, landbouw, milieu, volksgezondheid). Er wordt zoveel mogelijk praktijkgericht gedoceerd, met oog voor concrete casussen en voor de politieke en economische actualiteit, zoals bv. de gevolgen van de Brexit en de Green Deal.
Studenten die dit opleidingsonderdeel volgen via een examencontract worden verzocht de titularis te contacteren tijdens de eerste week van het tweede semester.
Tijdens het eerste college worden de studenten geïnformeerd over de inhoud en de leerresultaten van het opleidingsonderdeel, en over het studiemateriaal en de evaluatievormen (examen en paper). Deze informatie is ook vervat in het digitale studiemateriaal.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 75% van het eindcijfer
Examen Schriftelijk bepaalt 25% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Het eerste deel van het mondeling examen bestaat uit een klassieke examenvraag over de tijdens de colleges besproken leerstof. Daarbij mag de student gebruik maken van de relevante wetteksten en de niet-geannoteerde "Europese Basisteksten" (zie studiemateriaal) of een andere uitgave van de daarin opgenomen teksten. Daarbij wordt gepeild naar de opgedane kennis, maar wordt ook gevraagd naar inzicht en verbanden tussen verschillende onderdelen van de materie, door middel van bijvragen. Dit onderdeel staat op 10 punten. Hierbij wordt vooral leerdoelstelling (1) getoetst.
Het tweede deel van het mondeling examen betreft een fictieve casestudie. Van de studenten wordt verwacht dat zij de casus in de juiste context kunnen plaatsen, de juridisch relevante elementen kunnen aangeven en argumenten aandragen voor een oplossing, gebaseerd op de leerstof. Tijdens de colleges worden regelmatig voorbeelden verstrekt van dergelijke casussen. Dit onderdeel staat op zes punten. Hierbij wordt vooral leerdoelstelling (2) getoetst.
Tijdens de academiejaren 2019-2020 en 2020/2021 werd (in verband met de gezondheidscrisis) een digitaal mondeling examen georganiseerd, zonder voorbereidingstijd.
De studenten mogen binnen een termijn van vijf kalenderdagen na de bekendmaking van de examenresultaten om toelichting over het resultaat van hun examen vragen (zie het Onderwijs- en examenreglement).
De studenten moeten een paper schrijven over een thema dat verband houdt met de materie die wordt behandeld in de colleges. De bedoeling is de gelegenheid te bieden een thema verder uit te diepen en ook de synthetische vaardigheid van de studenten aan te scherpen om een complexe materie op een bevattelijke wijze te beschrijven.Het kan daarbij gaan om een algemeen thema of om de bespreking van een recent arrest van het Hof van Justitie. Het deelresultaat staat op 5 punten (25 procent van de globale evaluatie). Volgende evaluatiecriteria worden daarbij gehanteerd: correcte en duidelijke analyse met voldoende diepgang (3/5); vormen van onderbouwde persoonlijke kritiek/mening (1/5); schriftelijke taalvaardigheid (1/5).
Het deelresultaat van de paper wordt overgedragen naar een eventuele tweede zittijd als minstens 2,5/5 werd behaald. De student die het examenonderdeel toch wenst te hernemen, stuurt een mail naar de docent uiterlijk twee weken voor aanvang van de tweede zittijd.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de rechten: Dual Master in Comparative Corporate and Financial Law
Master in de rechten: burgerlijk en procesrecht
Master in de rechten: criminologie
Master in de rechten: economisch recht
Master in de rechten: fiscaal recht
Master in de rechten: internationaal en Europees recht
Master in de rechten: publiek recht
Master in de rechten: sociaal recht
Master in de rechten: strafrecht
Master in de rechten: Law and Technology
Master in het internationaal en Europees recht: Standaard traject