12 ECTS credits
314 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4004646FNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.
Stage biedt je enerzijds de mogelijkheid om wat je tijdens je masteropleiding Communicatiewetenschappen geleerd hebt te operationaliseren. Anderzijds krijg je de kans om tijdens je stage verschillende competenties te ontwikkelen en je te oriënteren op de arbeidsmarkt.
Om dit te realiseren, hanteren we zeven maatstaven.
1. Domeinspecifieke kennis en vaardigheden(‘Wat ken ik, wat weet ik?’)
Je kennis over de communicatiesector wordt voornamelijk gevoed door je opleiding Communicatiewetenschappen. Het niveau van je kennis wordt grotendeels bepaald door je Masteropleiding. Vooraleer je op stage gaat is het belangrijk te weten in welke mate je al bepaalde domeinspecifieke leerresultaten behaald hebt, zodat je weet welke kennis en vaardigheden je tijdens je stage kan aanspreken en inzetten.
2. Generieke kwaliteiten(‘Wat kan ik?’)
Deze maatstaf gaat over het onderzoeken waar je goed in bent en minder goed in bent. Als je weet waar je goed in bent en wat je kwaliteiten zijn, dan ga je nadenken over hoe je deze kwaliteiten kunt inzetten om je doelen tijdens je stage te behalen.
3. Motieven(‘Wat wil ik en waarom wil ik dat?’)
Motievenreflectie gaat over de wensen en de waarden die van belang zijn tijdens je stage en voor je loopbaan. Bij motievenreflectie onderzoek je wat werkelijk belangrijk is voor jou in het leven. Je denkt na over wat je voldoening geeft en hoe je deze voldoening ook in je werk kan bereiken.
4. Werkexploratie(‘Waar vind ik werk/stage dat bij me past?’)
Werkexploratie gaat over het onderzoeken van werkmogelijkheden en over waar de kansen op de arbeidsmarkt zijn. Bij deze maatstaf ga je ontdekken wat bepaald werk van je vraagt, welke kennis en vaardigheden je hiervoor nodig hebt. Maar ook welke waarden in dit werk van belang zijn; komen deze overeen met jouw waarden?
Werkexploratie gaat ook over hoe je geschikt werk kunt zoeken. Bijvoorbeeld hoe je een sollicitatiebrief schrijft, informatie kunt verzamelen en een gesprek kunt voeren.
5. Netwerken(‘Wie kan me helpen?’)
De maatstaf ‘netwerken’ gaat over contacten opbouwen en onderhouden die je helpen in je toekomstige loopbaan. Deze contacten gebruik je bijvoorbeeld om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en welke mogelijkheden er allemaal zijn. Je kunt je contacten uit je netwerk gebruiken om daadwerkelijk een eerste/nieuwe baan te vinden. Het blijkt dat je de meeste kans hebt om een eerste/nieuwe baan te vinden, wanneer je contacten uit je netwerk je hierbij helpen.
6. Zelfprofilering(‘Hoe gedraag ik me en toon ik waar ik goed in ben?’)
Je profileert jezelf door je persoonlijke kennis, kwaliteiten, motieven en werkcompetenties, die relevant zijn tijdens je stage te presenteren en erover te communiceren. Door erover te praten met relevante personen verhoog je je kansen die kunnen bijdragen tot het succes van je stage en breid je je professioneel netwerk uit.
7. Loopbaanplanning(‘Hoe oriënteer ik me op de arbeidsmarkt?’)
Loopbaanplanning heeft te maken met keuzes maken en het onderzoeken van de gevolgen van die keuzes. Bij loopbaanplanning maak je een planning op om je toekomstige loopbaan te sturen. Bijvoorbeeld door een bepaalde (bij)opleiding te volgen waarmee je een bepaald beroep of bepaalde functie kunt uitoefenen die bij je past. Of door met anderen te gaan praten over wat je wilt en kunt. Je plant de activiteiten die je wilt ondernemen. Je organiseert de hulp die je hierbij nodig hebt. Loopbaanplanning heeft te maken met het heft in eigen handen nemen.
Deze maatstaven vormen de basis van de COM-vragenlijst.
PRAKTISCH:
In het academiejaar 2018-2019 kunnen de studenten in de master kiezen tussen een stage (12 studiepunten) of keuzevakken met een totaal van 12 studiepunten.
Stage is een jaaropleidingsonderdeel en kan dus doorlopen worden in het eerste of het tweede semester; de eindbeoordeling vindt plaats in de junizittijd.
De student dient voor alle vakken van de bacheloropleiding, het voorbereidingsprogramma of het schakelprogramma te zijn geslaagd alvorens hij zich voor het opleidingsonderdeel stage Communicatiewetenschappen kan inschrijven. Hij voegt daarvan bewijs toe aan zijn stageplan, ter goedkeuring van zijn stageplaats.
Wanneer?
De student kan met zijn stage van start gaan tijdens de zomervakantie 2018 voorafgaand aan het academiejaar waarin de master wordt doorlopen en dient ten laatste op 5 mei 2019 afgelopen te zijn.
De stageaanvraag gebeurt via het stageplan dat minimum 3 weken voor het aanvangen van de stage ingediend moet worden bij de stagecoördinator. Het stagecontract moet getekend zijn bij aanvang van de stage.
Hoe lang?
De duur van de stage bedraagt tijdens het academiejaar minimaal 28 dag – maximaal 36 dagen.
Tijdens de lesvrije weken en vakantieperiodes kent de stageperiode een minimum van 28 dagen. De maximumduur kan variëren.
Tijdens de lesweken loop je stage met een ritme van 4 werkdagen per week, zodat je in staat bent al je lessen aan de universiteit bij te wonen. Onder “lessen” worden enkel de kernvakken verstaan en niet de keuzevakken.
Tijdens de lesvrije weken en vakantieperiodes loop je stage aan een ritme van 5 werkdagen per week.
Wat meer?
Wanneer je kiest voor een stage dan sporen wij je aan om zelf een stageplaats te zoeken. Uiteraard houden de stageactiviteiten rechtstreeks verband met de communicatiesector en de opleiding Communicatiewetenschappen.
De stagecoördinator houdt je op de hoogte van de verschillende stageaanbiedingen via Canvas en de Facebook pagina van de opleiding Communicatiewetenschappen. Stageaanbiedingen kunnen ook gevonden worden via het VUB Career Center – ‘Bekijk het stage-aanbod’ – www.vub.ac.be/careercenter/ .
De stagecoördinator legt geen stagebezoeken af, maar nodigt je uit om proactief contact op te nemen voor het melden van problemen of het vragen van advies. Dit kan per e-mail (Pascal.Verhoest@vub.be). Een persoonlijk onderhoud kan ook, na afspraak.
Dit opleidingsonderdeel kan niet gevolgd worden onder creditcontract.
Toelichting werkvormberekening
- Hoorcollege (HOC): collectieve contactmomenten waarop de docent de leerinhouden behandelt
- Werkvormen en praktische oefeningen (WPO): collectieve en individuele contactmomenten waarop de student onder begeleiding met de leerinhouden aan de slag gaat
- Zelfwerk en –studie (ZELF): contactonafhankelijke activiteiten
Onderstaande werkvormberekening is indicatief en geeft een aanduiding van de te verwachten studiebelasting
WPO: 4 uur
ZELF: 310 uur
Dit opleidingsonderdeel draagt bij aan volgende leerresultaten van de master communicatiewetenschappen
Op het einde van dit studiedeel kan de student:
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Andere bepaalt 100% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:
Volgende criteria worden in aanmerking genomen bij de evaluatie van dit opleidingsonderdeel en het eindcijfer wordt als volgt bepaald:
Stageplan | 10% |
Stageportfolio | 40% |
Eindbeoordeling stagesupervisor (op advies van de stagebegeleider) | 50% |
In de totale beoordeling wordt rekening gehouden met de al dan niet nagekomen afspraken en deadlines, en de zorg die aan de portfolio besteed werd.De student dient voor elk van de onderdelen portfolio en eindbeoordeling stagementor afzonderlijk geslaagd te zijn. Zo niet wordt het tekort, omgerekend naar 20, toegekend.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de communicatiewetenschappen: media en innovatie
Master in de communicatiewetenschappen: media & cultuur
Master in de communicatiewetenschappen: media, journalistiek en politiek
Master in de communicatiewetenschappen: media, strategie en marketing