6 ECTS credits
150 u studietijd

Aanbieding 2 met studiegidsnummer 1020543BNW voor werkstudenten in het 2e semester met een verdiepend bachelor niveau.

Semester
2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Studenten in het standaardtraject van de bachelor in de Criminologische Wetenschappen of in de bachelor Politieke Wetenschappen en Sociologie, afstudeerrichting Sociologie met minor Criminologische Wetenschappen hebben 'Inleiding tot het recht' gevolgd, alvorens 'Materieel Strafrecht' op te nemen en volgen gelijktijdig 'Strafprocesrecht en mensenrechten' of zijn hiervoor reeds geslaagd. Voor studenten in een verkort traject van de bachelor Criminologische Wetenschappen houdt 'Materieel Strafrecht' opnemen in dat zij gelijktijdig 'Strafprocesrecht en mensenrechten' opnemen, of hiervoor reeds geslaagd zijn. Inschrijven voor dit opleidingsonderdeel is enkel mogelijk voor werkstudenten. Dagstudenten kunnen registreren voor opleidingsonderdelen waarvan de code eindigt op een R.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Recht en Criminologie
Verantwoordelijke vakgroep
Metajuridica
Onderwijsteam
Paul De Hert
Barbara Huylebroek
Maarten Colette (titularis)
Onderdelen en contacturen
24 contacturen Hoorcollege
16 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
100 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Het vak Materieel strafrecht is een juridisch vak, waarbij wordt onderzocht op welke wijze en wanneer een gedraging strafbaar wordt gesteld, wat een misdrijf is, wie verantwoordelijk kan gesteld worden voor een misdrijf, de uitbreiding en beperking van de strafbaarstelling en hoe de bestraffing op maat van de feiten en van de dader wordt gesneden. Verder wordt er dieper ingegaan op welke straffen er bestaan, hoe deze worden berekend en op welke wijze deze kunnen worden uitgevoerd.

De stof wordt gedoceerd in hoorcolleges en wordt verder toegelicht, geconcretiseerd en ingeoefend tijdens de praktische oefeningen. Samengevat omslaat de  stof volgende grote delen:

  1. Algemene inleiding (structuur van het strafrecht, bronnen, …)
  2. De strafwet: legaliteitsbeginsel, interpretatie van de strafwet, toepassing in de tijd en in de ruimte (P.M.), toepassing naar persoon.
  3. Het misdrijf: omschrijving, materieel en moreel element, indeling van misdrijven (driedeling, aflopende & voortdurende misdrijven, handeling- & verzuimmisdrijven,  ….), verzwarende omstandigheden, de strafbare poging, rechtvaardigingsgronden (noodweer, noodtoestand, …)
  4. De dader: rechtspersoon, de strafbare deelneming,  schulduitsluitingsgronden (dwaling, dwang), ontoerekeningsvatbaarheid; verschoningsgronden (uitlokking, aangifte, …) 
  5. De sanctie: bespreking verschillende straffen en sancties, strafuitsluitende en strafverminderde verschoningsgronden, straftoemeting (verzachtende omstandigheden, samenloop, herhaling, …), modaliteiten van de straf, verval van de straf.
Studiemateriaal
Handboek (Vereist) : Overzicht van het Belgisch algemeen strafrecht, Filiep Deruyck, Yannic Van Landeghem, laatste herziene uitgave (check op internet), Die Keure, 9789048639519 , 2021
Handboek (Vereist) : Bamacodex 3, Strafrecht, Filiep Deruyck, Bart Spriet, Philip Traest, Tom Vander Beken, Raf Verstraeten, laatste herziene uitgave (check op internet), Die Keure, 2000000007465, 2023
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Powerpoint slides
Bijkomende info

Het is verplicht het wetboek (de Bamacodex) te gebruiken tijdens het examen. Het gebruik van het wetboek is immers essentieel voor deze cursus. Het wetboek wordt voortdurend gebruikt tijdens hoorcolleges en werkcolleges en moet worden meegenomen naar het examen. Het laat de student toe om het memoriseren van 'juridische informatie' te beperken tot wat strikt noodzakelijk is en voor het overige te werken met de wetteksten zelf bij het beantwoorden van examenvragen.

Het wetboek kan enkel gebruikt worden tijdens het examen onder volgende voorwaarden:

  • Het gebruik van een geannoteerd wetboek is verboden;
  • Het wetboek bevat nergens bijgeschreven tekst, pijlen, symbolen of enige andere tekens. Het aanbrengen van woorden, codes of gebruik van kruisverwijzingen, op welke wijze ook, is verboden;
  • Tekstdelen mogen worden aangeduid door onderlijnen of met gebruik van een markeerstift. Enkel volledige woorden mogen worden aangeduid. Het is verboden om via kleuren of andere aanduidingsvormen enige code aan te brengen in de gebruikte tekst;
  • Het gebruik van ruitertjes, schuivers, post-its of een andere wijze van onderverdeling van het wetboek omwille van de gebruiksvriendelijkheid is toegelaten op voorwaarde dat dit geen systeem van kruisverwijzingen of andere vorm van codering betreft;
  • Bij onregelmatigheden wordt toepassing gemaakt van art. 118 uit het onderwijs- en examenreglement.

Wetboeken worden gecontroleerd tijdens het examen. 

Voor werkstudenten staan de hoorcolleges digitaal ter beschikking. Meer specifieke informatie zal worden opgenomen in de canvasruimte van het opleidingsonderdeel.

Leerresultaten

Algemene Competenties

  • De student heeft inzicht in de actuele strafrechtelijke regelgeving en in de bestaansreden van die regelgeving en kan zich op accurate wijze binnen dit regelgevend kader situeren.
  • De student kan de centrale theoretische concepten en vakeigen termen uit strafrecht in eigen woorden en op accurate wijze uitleggen, en kan deze concepten en termen toepassen in een concrete handelingscontext.
  • De student kan betekenis en consequentie geven aan door hem geobserveerde of aan hem voorgelegde strafrechtelijke casussen, problemen en gevallen in de actualiteit.
  • De student kan zelfstandig een juridisch probleem kwalificeren en de relevante informatie opzoeken in vakeigen bronnen (wetboeken) om tot een oplossing te komen.
  • De student kan verbanden leggen tussen verschillende leerstukken van strafrecht en kan problemen of lacunes in de actuele regelgeving detecteren en hierover kritisch rapporteren.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 75% van het eindcijfer

Examen Andere bepaalt 25% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Exm. Schriftelijk met een wegingsfactor 15 en aldus 75% van het totale eindcijfer.

Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Participatie met een wegingsfactor 5 en aldus 25% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

Het examen voor het vak valt uiteen in twee delen. Enerzijds een examen over de leerstof gedoceerd in de hoorcolleges en toegepast in de werkcolleges (op 15 van de 20 punten). Anderzijds een beoordeling op de stof behandeld in de werkcolleges (op 5 van de 20 punten).

Het examen op de hoorcolleges heeft betrekking op de stof behandeld in de hoorcolleges (o.a. power point presentaties) alsook alle leerstof in het handboek. Dit boek dient volledig gekend te zijn, met uitzondering van de passages waarvan uitdrukkelijk wordt gezegd dat ze wegvallen. Een lijst met wegvallende passages wordt verspreid door de docent. Het examen op de hoorcolleges is schriftelijk en bestaat uit een casusvraag die voor de helft van de punten meetelt nl. 7,5 van de 15 punten en kennisvragen voor de overige 7,5 van de 15 punten.

Voorbeelden van vragen die gesteld kunnen worden aan de hand van de casus tijdens het schriftelijke examen, zullen worden gecommuniceerd via Canvas.

De kennisvragen zullen bestaan uit enkele meerkeuzevragen en open vragen. Tijdens het hoorcollege wordt de student vertrouwd gemaakt met de meerkeuzevragen door diverse voorbeelden op te nemen in de powerpoint-presentatie.

De open vragen zullen peilen naar de theoretische kennis van de student van de gedoceerde stof door het vragen naar definities, terminologie, begrippen, theorieën, enz.

De beoordeling op het werkcollege (op 5 van de 20 punten) valt uiteen in: (a) 3 punten op medewerking (b) 2 punten op een schriftelijke oefening.

Aanwezigheid bij de werkcolleges is verplicht en wordt bij elk werkcollege genoteerd. De student kan enkel afwezig zijn in geval van overmacht (vb. ziekte) waarvan hij ten laatste tijdens het volgende werkcollege een attest of bewijs dient voor te leggen. Indien de overmacht niet gestaafd wordt, wordt de student automatisch naar de tweede zittijd verwezen. De student wordt eveneens verwezen naar de tweede zittijd wanneer hij opdrachten niet uitvoert. Wanneer een opdracht te laat wordt uitgevoerd, wordt de student wel gequoteerd op deze opdracht doch wordt de laattijdigheid mee in rekening genomen. Indien een student gewettigd afwezig is geweest, zal hem een bijkomende opdracht worden opgelegd.

Het cijfer dat een student voor de werkcolleges in eerste zittijd behaalt, wordt behouden in de tweede zittijd tenzij de student hiervan uiterlijk voor 15 juli schriftelijk afstand doet aan de decaan, de titularis en de assistent. In dat geval dient de student een juridische verhandeling te schrijven over een opgelegd strafrechtelijk onderwerp . Deze opdracht (en de inleveringsdatum) wordt na de deliberatie in eerste zit aan de student meegedeeld en wordt mondeling besproken tijdens de tweede zittijd.

De student is geslaagd met een totaalresultaat van 10/20, zonder te hoeven slagen op beide delen.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de criminologische wetenschappen: Standaard traject
Bachelor in de criminologische wetenschappen: Verkort traject
Bachelor in de politieke wetenschappen en de sociologie: - afstudeerrichting sociologie, minor criminologische wetenschappen